• Onderzoek naar castratiegevolgen bij 35 rassen biedt leeftijdsadvies

Onderzoek naar castratiegevolgen bij 35 rassen biedt leeftijdsadvies

Leestijd
23 minuten
Tot nu toe gelezen

Onderzoek naar castratiegevolgen bij 35 rassen biedt leeftijdsadvies

do, 07/16/2020 - 12:12

Casteren... als je het doet, wat is dan een goede leeftijd en wat zijn de risico's per ras. Een vertaling/samenvatting van het meest recente onderzoek.

Castratie, wel of niet, wanneer, het blijft een grote vraag. Is castratie bijna routine in de VS, in Noorwegen is het –zonder medische noodzaak- bij wet verboden.

Veel dierenartsen adviseren castratie “standaard”.  Maar daar komt steeds meer verzet tegen. Recent onderzoek toont aan dat voor sommige hondenrassen castratie gepaard kan gaan met een verhoogd risico op gewrichtsaandoeningen als scheurende kruisbanden, en zelfs HD of ED, en sommige kankers. Het voorkomen van lymfoom bleek hoger te zijn bij gesteriliseerde dan bij intacte teven , evenals het voorkomen van mastceltumoren  en hemangiosarcoom . Een onderzoek onder meer dan 40.000 honden die de veterinaire medische database gebruikten, toonde aan dat gecastreerde reuen en teven vaker aan kanker stierven dan intacte honden. Een recente bevinding was dat de afwezigheid van oestrogeen bij steriliserende teven verband hield met versnelde hersenveroudering. Iets  wat de beslissingen van huisdiereneigenaars over castratie bemoeilijkt. Van castratie wordt gemeld dat het een risicofactor is voor hernia van de tussenwervelschijf van honden bij teckels.

In een nieuw onderzoek (gepubliceerd op 7 juli jl.) hebben de auteurs geprobeerd om per ras te kijken naar gevoeligheid voor castratie, gewrichtsaandoeningen en kanker. Daaruit bleek een groot verschil in de gevoeligheid. Bij veel rassen maakt de leeftijd waarop –indien iemand het wil- gevastreerd wordt niet uit, bij andere rassen ligt het veel lastiger.

Kleine hondenrassen leken geen verhoogd risico te hebben op gewrichtsaandoeningen als gevolg van castratie, en bij slechts twee kleine rassen (Boston Terrier en Shih Tzu) was er een significante toename van kanker. 

Per ras

Bij de Labrador Retrievers, Golden Retrievers en Duitse herdershonden was er een toename van de incidentie van een of meer van de gewrichtsaandoeningen met castratie in het eerste jaar bij reuen en teven tot 2-4 keer> 3-5% incidentie in intacte honden. Bij Golden Retriever-teven ging sterilisatie op elke leeftijd gepaard met het optreden van een of meer van de kankers, 2 tot 4 keer vaker dan bij intacte teven waarvan 5% dit soort kanker krijgt.  

Maar bij  Golden Retriever-reuen en bij mannelijke en vrouwelijke Labrador Retrievers en Duitse herdershonden, was er geen duidelijke toename van kanker bij gesteriliseerde honden in vergelijking met die van de honden die intact waren gebleven. Uit voorlopige analyses van sommige kleine hondenrassen bleek geen duidelijk verhoogd risico op gewrichtsaandoeningen bij castratie. 

Nu hebben de auteurs in dit onderzoek  29 nieuwe rassen toegevoegd, waarbij er drie variëteiten Poedels worden meegenomen; dit leverde in totaal 35 rassen op met de Goldens, Labs en Duitse herders inbegrepen. De honden werden allemaal op dezelfde manier in kaart gebracht als dus al eerder bij de Goldens was gedaan, om vergelijking mogelijk te maken.

Het primaire doel was om lezers wat op bewijs gestoelde informatie te bieden over rasspecifieke verschillen met gevoeligheid voor castratie, inclusief voorgestelde richtlijnen voor leeftijden om (indien het moet) toch te castreren om te voorkomen dat eventuele gezondheidsrisico's op de lange termijn toenemen. Een secundair, onvoorzien doel was het vastleggen van rasspecifieke verschillen in de toename van sommige kankers geassocieerd met verwijdering van geslachtshormonen, als een gebied voor mogelijk onderzoek naar genetische aspecten van het optreden van kanker.

De lijst omvat de volgende rassen:  Australian Cattle Dog, Australian Shepherd, Beagle, Berner Sennenhond, Border Collie, Boston Terrier, Boxer, Bulldog, Cavalier King Charles Spaniel, Chihuahua, Cocker Spaniel, Collie, Corgi (Pembroke en Cardigan gecombineerd), Teckel, Doberman, Engelse springer spaniël, Duitse herdershond, Golden Retriever, Duitse Dog, Ierse Wolfshond, Jack Russell Terrier, Labrador Retriever, Malteser, Dwergschnauzer, Dwergkeeshond (Pomeriaan, deze naam zullen we in de rest van het artikel gebruiken omdat de naam tegenwoordig erg “in de mode is” en veel nieuwe hondenbezitters de naam Dwergkeeshond niet eens kennen), Dwergpoedel, Standaard Poedel, Toy Poedel, Mopshond,

Onderzocht werd het voorkomen van gewrichtsaandoeningen bij beide geslachten: HD, CCL (kruisbanden) en ED. Ook onderzocht bij beide geslachten waren de kankers LSA (lymfoom), HSA (hemangiosarcoom), MCT (mastceltumoren) en OSA (osteosarcoom), omdat in sommige onderzoeken met meerdere rassen was aangetoond dat er verhoogd risico is na castratie. Daarnaast werden bij teven borstkanker (MC), pyometra (PYO) en urine-incontinentie (UI) onderzocht. Interessant was de mogelijke associatie van vroege castratie en het optreden van aandoeningen van de tussenwervelschijven (IDD) bij de Corgi en de teckel, twee rassen waarvan bekend is dat ze een risico lopen op deze ziekten.

 Alle bovengenoemde ziekten werden onderzocht met betrekking tot honden die gecastreerd waren in een van de leeftijdsperioden van: <6 maanden, 6-11 maanden, 1 jaar (12 tot <24 maanden) of 2-8 jaar, of intact gelaten. De ziekten werden gevolgd totdat de honden voor het laatst in het ziekenhuis werden gezien, of tot 11 jaar oud. Een database met de gegevens van 50.000 honden uit (Amerikaanse) dierenziekenhuizen werd als basis/dataset gebruikt.

De onderzoekers komen over het geheel tot de conclusie dat de meeste rassen niet worden beïnvloed door de leeftijd van castratie. De kwetsbaarheid voor gewrichtsaandoeningen als gevolg van sterilisatie hangt doorgaans samen met de lichaamsgrootte. Kleine hondenrassen - Boston Terrier, Cavalier King Charles Spaniel, Chihuahua, Corgi, DachshundTeckel, Malteser, Pomeriaan, Toypoedel, Mopshond, Shih Tzu, Yorkshire Terrier - lijken geen verhoogd risico te hebben bij gewrichtsaandoeningen na castratie in vergelijking met de rassen van grotere omvang. Bij de rassen met een grotere lichaamsgrootte waren er echter verschillen tussen de rassen met de twee gigantische rassen - Duitse doggen en Ierse wolfshonden - die op geen enkele leeftijd een aanwijzing gaven voor een toename van een of meer gewrichtsaandoeningen na castratie.

Australian Cattle Dog

Gecastreerde reuen bleken geen verhoogd risico op gewrichtsaandoeningen te hebben, maar er was wel een verband met gecastreerde teven, gecastreerd voor 6 maanden, waar het risico op een gewrichtsaandoening steeg tot 15 procent ( p<0,05). Het aantal gevallen van kanker was laag bij reuen en teven die intact waren gebleven (respectievelijk 0 en 3 procent). Er waren geen duidelijke gevallen van kanker bij honden die op verschillende leeftijden werden gecastreerd. Het voorkomen van MC (borstkanker) bij intacte teven was 6 procent en bij gesteriliserde honden na 2-8 jaar 6 procent. Voor teven die intact waren gelaten, werd 4 procent gemeld met PYO. UI werd niet gemeld bij een van de gesteriliseerde of intacte teven. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd. Bij teven trad het verhoogde risico op een gewrichtsaandoening met sterilisatie alleen op bij <6 maanden. bereik, dus de voorgestelde richtlijn is sterilisatie op of na 6 maanden.

Australian shepherd

Het castreren van reuen en teven ging niet gepaard met een duidelijk verhoogd risico bij gewrichtsaandoeningen. Het voorkomen van kanker was 9 procent voor intacte reuen en daarentegen slechts ongeveer 1 procent voor intacte teven. Gecastreerde reuen hadden geen verhoogd risico op kanker boven het vrij hoge niveau van intacte reuen. Echter, sterilisatie bij teven op 6-11 maanden en op 2-8 jaar was geassocieerd met een risico van 7-8 procent bij kankers die mogelijk significant zijn geworden met een grotere steekproefomvang. Het voorkomen van MC bij intacte teven was nul, maar was 8 procent bij teven gesteriliseerd na 2-8 jaar. Voor teven die intact waren gelaten, werd 5 procent gerapporteerd met PYO. UI werd gemeld bij slechts 1 procent van de vroeg gesteriliseerde teven. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd. De richtlijn voor teven is hetzelfde, maar houdt ook waakzaamheid in acht voor de kankers die geassocieerd kunnen worden met sterilisatie langer dan 6 maanden, of laat het vrouwtje intact en waakzaam voor MC.

Beagle

Na castratie op 6-11 maanden nam het aantal gewrichtsaandoeningen 7-voudig toe tot 15 procent, wat bij een grotere steekproef mogelijk significant was geworden. Geen van de intact gebleven of gesteriliseerde teven had een gewrichtsaandoening. Geen van de intacte reuen of teven werd gediagnosticeerd met een van de gevolgde kankers. Er was geen duidelijke toename van kankers bij gecastreerde reuen en teven. MC kwam niet voor bij intacte of laat gesteriliseerde teven. Er was 1 geval van PYO bij intacte teven (2 procent). UI werd gemeld bij slechts 2 procent van de vroeg gesteriliseerde teven.

Voor reuen, in het licht van een mogelijke toename van gewrichtsaandoeningen voor honden die gecastreerd zijn op 6-11 maanden, is de voorgestelde richtlijn om sterilisatie uit te stellen tot na een jaar. 

Berner Sennenhond

Het percentage intacte reuen met ten minste één gewrichtsaandoening was 4 procent en voor intacte teven 11 procent. Het castreren van reuen vóór de leeftijd van 2 jaar ging gepaard met een significante toename van ten minste één gewrichtsaandoening tot 23–24%, ongeveer een zesvoudige toename ten opzichte van intacte reuen ( p<0,01). Teven steriliseren vóór 6 maanden verhoogde de kans op een gewrichtsaandoening tot meer dan driemaal die van intacte teven, maar dit was niet significant. Het voorkomen van een of meer van de gevolgde kankers was 9 procent voor zowel intacte reuen als intacte teven. Er was geen duidelijke toename van het kankerrisico bij reuen die verband hielden met castratie, maar bij teven gesteriliseerd voor 6 maanden werd dit geassocieerd met een tweevoudige toename boven die van intacte teven. Er was geen optreden van MC bij teven, of het nu intact was of gecastreerd op welke leeftijd dan ook, en een 5 procent voorkomen van PYO bij intacte teven. Er was geen UI bij intacte of gesteriliseerde teven. Als weerspiegeling van het verhoogde risico op gewrichtsaandoeningen bij reuen, is de voorgestelde richtlijn voor castratie-reuen het castreren tot ruim 2 jaar uit te stellen.

Border Collie

In deze steekproef werd 2-3% van de intacte reuen en teven gediagnosticeerd met een of meer gewrichtsaandoeningen, en castratie van reuen en teven werd niet geassocieerd met een duidelijk verhoogd risico bij gewrichtsaandoeningen. Het voorkomen van een of meer van de kankers die volgden bij intacte reuen was 2 procent en geen enkele voor intact gebleven teven. Bij reuen was er een significant verhoogd risico bij een of meer van de kankers tot 13 procent na castratie op 6-11 maanden. ( p <0,05), en voor teven was er een significante toename van de kankers tot 11 procent met een sterilisatie tussen 6-11 maanden. ( p<0,01). Het voorkomen van MC bij intacte teven was slechts 1 procent en voor PYO 4 procent. UI werd gemeld bij slechts één gesteriliseerde teef. De voorgestelde richtlijn voor sterilisatie, gezien het aanzienlijke risico op kanker, houdt het castreren van beide geslachten tot een leeftijd onder een jaar tegen.

Boston terrier

Bij geen van de intacte of gecastreerde reuen of teven werd een of meer gewrichtsaandoeningen vastgesteld. Voor kankers is het verhaal een beetje anders, aangezien 5 procent van de intacte reuen werd gediagnosticeerd met een of meer vormen van kanker, 10 procent van de reuen gecastreerd  <6 maanden had kanker, en 12 procent van de reuen  gecastreerd tussen 6-11 maanden had kanker ( p<0,01). Bij teven had 2 procent van de intacte teven een of meer kankers en bij sterilisatie was er geen duidelijke toename van kankers. Het voorkomen van MC bij intacte teven was 2 procent en voor PYO 7 procent. UI was 2 procent bij vroeg gesteriliseerde teven. In het licht van de significante toename van kankers bij reuen met castratie tot 11 maanden oud, is de voorgestelde richtlijn voor reuen het vertragen van castratie tot na een jaar. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde teven, is er geen richtlijn voorde juiste leeftijd.

Bokser

Van de reuen en teven die intact waren gebleven, had slechts 2 procent  gewrichtsaandoeningen, waarbij gecastreerde reuen en teven geen duidelijke toename van dit percentage vertoonden. Het voorkomen van een of meer van de kankers bij intacte reuen was 17 procent en voor intacte teven 11 procent. Het castreren van reuen vóór 2 jaar verhoogde het risico op kanker boven dat van intacte reuen aanzienlijk tot 32 procent ( p<0,01). Hetzelfde patroon van toename van kankers werd gezien bij gecastreerde teven, waarbij tot 20 procent van de teven een of meer van de kankers had  na een sterilisatie vóór het tweede jaar, een toename die niet significant was. MC kwam niet voor bij intacte teven. PYO werd gediagnosticeerd bij 2 procent van de intacte teven. Slechts 1 procent van de gesteriliseerde teven kreeg de diagnose UI. Gezien het risico op verhoogde kankers, is de voorgestelde richtlijn voor beide geslachten om de castratie uit te stellen tot na de leeftijd van 2 jaar.

Buldog

Het voorkomen van gewrichtsaandoeningen bij intacte reuen was 7 procent en 5 procent bij intacte teven. Castratie bij <6 maanden verhoogde de incidentie tot 15 procent voor reuen en tot 18 procent voor teven, wat voor geen van beide significant was. De kankers die volgden kwamen voor bij intacte reuen en teven tot het niveau van 6 tot 7 procent. Hierboven waren er geen significante toenames bij  gecastreerde reuen of teven. Het voorkomen van MC bij intact gelaten teven was 1 procent en 2 procent na een sterilisatie tussen de 2-8 jaar. Er was een percentage van 2 procent van PYO bij intacte teven en nul vroeg gesteriliseerde teven.  De leeftijd van castratie lijkt onbelangrijk, maar er lijkt een risico dat er gewrichtsproblemen optreden na castratie.

Cavalier King Charles Spaniel

Voor reuen en teven die intact waren gelaten, waren de gevallen van één of meer gewrichtsaandoeningen respectievelijk slechts 4 en 1 procent, en voor beide geslachten was castratie niet geassocieerd met enige toename van dit aantal. Het aantal gevallen van kanker bij intacte reuen was 2 procent en nul voor intacte teven. Voor beide geslachten is castratie niet geassocieerd met enige verhoging. Het voorkomen van MC bij intact gelaten teven was nul. Het voorkomen van PYO was 2 procent bij intacte teven. Er was geen UI bij gesteriliseerde teven. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Chihuahua

Voor zowel reuen als teven was er geen noemenswaardig optreden van een gewrichtsaandoening bij degenen die intact bleven, noch degenen die op welke leeftijd dan ook gecastreerd waren. De kankers die volgden bij zowel intacte als gecastreerde reuen en teven waren <5 procent, zonder duidelijke toename bij castratie op welke leeftijd dan ook. Het voorkomen van MC bij intact gelaten teven was 1 procent en bij teven gecastreerd op 2-8 maanden, 4 procent. Bij intacte teven werd PYO bij 2 procent gediagnosticeerd. Bij geen van de gesteriliseerde teven werd een UI vastgesteld. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers met castratie bij beide geslachten, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Cocker spaniel

Het optreden van ten minste één gewrichtsaandoening werd gezien bij 1 tot 3 procent van de intacte reuen en teven. Reuen castreren onder de zes maanden werd geassocieerd met een significante stijging van deze aandoening tot 11 procent ( p <0,01). Teven castreren werd niet geassocieerd met een toename van gewrichtsaandoeningen. Het voorkomen van een of meer van de volgende kankers was 6 procent bij intacte reuen zonder toename bij castratie. Hoewel er geen gevallen waren van kanker bij intacte teven, steeg deze maat significant tot 17 procent bij teven die tussen de 1 en 2 jaar oud waren bij castratie ( p<0,01), volledig te wijten aan MCT. Van de intact gebleven teven kreeg 11 procent de diagnose MC en 5 procent PYO. Geen van de gesteriliseerde teven ontwikkelde een van deze aandoeningen. De voorgestelde richtlijn voor reuen is castratie boven de 6 maanden. Gezien het verhoogde kankerrisico voor teven die op een leeftijd gesteriliseerd zijn, is de voorgestelde richtlijn uitstel van sterilisatie tot na 2 jaar.

Collie

Het voorkomen van ten minste één gewrichtsaandoening werd gezien bij 7 procent van de intacte reuen en bij geen van de intacte teven. Geen van de gecastreerde reuen of teven had een noemenswaardig optreden van een gewrichtsaandoening. Het voorkomen van een of meer van de gevolgde kankers was 11 procent voor intacte reuen en geen voor de intacte teven. Er was geen duidelijke toename van kankers bij reuen na castratie, en bij teven was er een toename van kanker tot 40 procent bij degenen die gesteriliseerd werden  jonger dan 6 maanden, wat mogelijk significant zou zijn bij een grotere steekproefomvang. Van de intact gelaten teven werd bij 4 procent de diagnose MC gesteld en bij 16 procent de diagnose PYO. Van de teven gesteriliseerd tussen de 6 tot 11 maanden had 13 procent een UI.  Voor teven, gezien de duidelijke risico's van kanker met sterilisatie bij <6 mnd. en gebruikersinterface met sterilisatie op 6-11 mo., is de richtlijn om sterilisatie uit te stellen totdat het vrouwtje een jaar oud is.Voor reuen is er niet echt een leeftijdsrichtlijn.

Corgi (Welsh), Pembroke en Cardigan

Het voorkomen van ten minste één gewrichtsaandoening bij intacte reuen was 5 procent en bij intacte teven 6 procent. Er was geen significante toename van dit getal bij reuen of teven die castratie hadden ondergaan. Dit is een van de rassen waar aandoeningen van de tussenwervelschijf een probleem vormt, en bij 3 procent van de intacte reuen en 8 procent van de intacte teven werd IDD gemeld. Bij reuen die vóór 6 maanden gecastreerd waren, bedroeg het voorkomen van IDD 18 procent en bij teven was er geen toename na castratie. Het optreden van een of meer van de volgende kankers was 5 procent bij intacte reuen en 6 procent bij intacte teven. Bij gecastreerde reuen en teven was er geen duidelijke toename van kankers. Voor intact gebleven teven was het voorkomen van MC 8 procent en was er geen sprake van PYO. Er was geen diagnose van UI bij gesteriliseerde teven. De voorgestelde richtlijn voor de leeftijd van sterilisatie voor reuen is, gezien de toename van IDD met sterilisatie jonger dan 6 maanden, te wachten tot na die leeftijd. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen, IDD of kankers bij gecastreerde  teven, moeten degenen die een teef willen castreren, zelf beslissen over de juiste leeftijd. 

Teckel

Gewrichtsaandoeningen waren in principe afwezig bij reuen en teven, intact gelaten of gecastreerd. Dit is een ras dat geplaagd wordt door stoornissen van de tussenwervelschijven, en in deze steekproef werd bij 53 procent van de intacte reuen en 38 procent van de intacte teven een vorm van IDD vastgesteld. Er was geen duidelijke toename na sterilisatie van reuen of teven. Het optreden van de kankers die volgden was <1% bij zowel intacte reuen als teven, zonder aanwijzing voor een verhoogd risico bij castratie. Voor intact gebleven teven was het voorkomen van MC 1 procent en voor PYO 4 procent. Geen van de gesteriliseerde teven ontwikkelde een aandoening. Leeftijd voor sterilisatie lijkt niet van belang.

Doberman

Het percentage intacte reuen met ten minste één gewrichtsaandoening was 2 procent en 0 procent voor intacte teven. Er was geen duidelijke toename van deze maat bij steriliserende reuen. Bij teven resulteerde sterilisatie binnen 11 maanden in een toename van gewrichtsaandoeningen met 11 procent, wat niet significant was. Het voorkomen van een of meer van de kankers die volgden voor zowel intacte reuen als intacte teven was 2 procent. Bij gecastreerde reuen in de perioden van 1 jaar en 2-8 jaar was er een niet-significante toename van het optreden van kanker tot respectievelijk 6 procent en 13 procent. Voor teven was er op geen enkel moment een opmerkelijke toename van kankers na sterilisatie. Het voorkomen van MC bij intact gelaten teven was 2 procent en 4 procent voor degenen die na 2-8 jaar werden gesteriliseerd. Er was 7 procent PYO bij intacte teven. UI was een significant risico bij teven die gesteriliseerd werden op elke leeftijd tot 2 jaar, variërend van 25 procent bij de teven gesteriliseerd jonger dan 6 maanden. (p <0,01) tot 19 procent voor degenen die tussen 1 en 2 jaar gesteriliseerd zijn ( p <0,05). De voorgestelde richtlijn  voor reuen is om de reu vóór 1 jaar intact te laten om het mogelijke verhoogde risico op kanker te voorkomen. Voor teven is de voorgestelde richtlijn te overwegen om sterilisatie uit te stellen tot na de leeftijd van 2 jaar.

Engelse Springer spaniël

Bij reuen en teven die intact waren gebleven, was het optreden van een of meer gewrichtsaandoeningen respectievelijk 5 en 8 procent. Bij reuen en teven die op verschillende leeftijden gecastreerd waren, was er geen noemenswaardige toename van gewrichtsaandoeningen. De kankers die volgden, traden op bij 6% van de intacte reuen en teven, en castratie op welke leeftijd dan ook ging niet gepaard met een duidelijke toename bij beide geslachten. Bij intacte teven werd MC gediagnosticeerd bij 6 procent en voor degenen die werden gesteriliseerd op 2-8 jaar, 15 procent. PYO werd niet gemeld bij de intacte teven. Teven castreren op 6-11 maanden. werd geassocieerd met een 13 procent voorkomen van UI, die mogelijk significant is geweest met een grotere steekproefomvang.  Voor teven, gezien het verhoogde risico op UI bij degenen die vóór 1 jaar zijn gesteriliseerd, is de voorgestelde richtlijn om sterilisatie uit te stellen tot een jaar oud. Voor reuen is er geen speciale richtlijn.

Duitse herder

Bij reuen en teven die intact waren gebleven, was het voorkomen van een of meer gewrichtsaandoeningen respectievelijk 6 en 5 procent. Reuen castreren jonger dan 6 maanden, 6-11 maanden en 1-2 jaar was geassocieerd met verhoogde risico's tot respectievelijk 19, 18 en 9 procent ( p <0,01). Teven castreren jonger dan 6 maanden en tussen 6-11 maanden werd geassocieerd met een verhoogd risico van 20 en 15 procent ( p <0,01) en sterilisatie na 1-2 jaar met een risiconiveau van 5 procent ( p<0,05). Het voorkomen van een of meer van de kankers die volgden voor intacte reuen en teven was respectievelijk 3 procent en 2 procent. Castratie op de verschillende leeftijden ging niet gepaard met een merkbaar verhoogd risico op gevolgde kankers. Het voorkomen van MC bij intacte teven was 5 procent en voor de sterilisatie na 2-8 jaar 6 procent. Van de intacte teven werd 3 procent gemeld met PYO. UI varieerde tot 9 procent voor teven gesteriliseerd van <6 mo. tot 1 jaar oud ( p <0,05-0,01). De voorgestelde richtlijn voor reuen is, gezien de risico's op gewrichtsaandoeningen, het vertragen van castratie tot de leeftijd van ouder dan 2 jaar. Voor teven, met dezelfde gewrichtsproblemen als reuen plus de risico's van UI, is de voorgestelde richtlijn uitstel van castratie tot na 2 jaar.

Golden retriever

Bij intacte reuen en teven was het voorkomen van een of meer gewrichtsaandoeningen respectievelijk 5 procent en 4 procent. Reuen castreren jonger dan 6 maanden en tussen 6-11 mo. werd geassocieerd met risico's van respectievelijk 25 procent en 11 procent ( p <0,01). Bij teven steriliseren jonger dan 6 maanden en tussen 6-11 mo. werd geassocieerd met risico's van 18 procent en 11 procent ( p <0,01, indien gecombineerd). Het voorkomen van een of meer van de kankers die volgden bij intacte reuen was een hoge 15 procent en voor intacte teven 5 procent. Reuen castreren jonger dan 6 maanden en tussen 6-11 mo. werd geassocieerd met een verhoogd risico op kanker tot respectievelijk 19 en 16 procent ( p<0,01). Teven castreren jonger dan 6 maanden en tussen 6-11 mo. was geassocieerd met stijgingen van kanker tot respectievelijk 11 en 17 procent ( p <0,05, gecombineerd) en sterilisatie na 1 jaar en na 2-8 jaar was geassocieerd met verhoogde risico's van 14 procent ( p<0,01, indien gecombineerd). Het voorkomen van MC bij intacte teven was 1 procent en voor degenen die gesteriliseerd werden op 2-8 jaar, 4 procent. Voor teven die intact waren gelaten, werd 4 procent gemeld met PYO. Er werden geen gevallen van UI gemeld bij teven die op welke leeftijd dan ook gesteriliseerd werden. De voorgestelde richtlijn voor reuen, gebaseerd op het verhoogde risico op gewrichtsaandoeningen en kankers, vertraagt ​​de castratie tot na een jaar. De voorgestelde richtlijn voor teven, gebaseerd op het toegenomen voorkomen van kankers op alle sterilisatie-leeftijden, laat het vrouwtje intact of  na een jaar en blijft waakzaam voor de kankers.

Deense dog

Dit is een gigantisch ras waar je een hoog risico op gewrichtsaandoeningen zou verwachten. Zowel intacte reuen als teven hebben echter lage aantallen gewrichtsaandoeningen, respectievelijk slechts 1 en 2 procent. Voor zowel reuen als teven was er geen duidelijke toename na castratie. Het voorkomen van een of meer van de kankers die volgden bij intacte reuen was 6 procent en voor intacte teven 3 procent. Er was geen duidelijke toename voor kankers na castratie bij beide geslachten. Bij intacte teven werd MC gediagnosticeerd bij slechts 2 procent en PYO bij 6 procent. Bij vroeg gesteriliseerde teven werd geen UI gerapporteerd. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, degenen die willen castreren, moeten beslissen over de juiste leeftijd. Gezien de grote lichaamsgrootte en fysiologie van de late musculoskeletale ontwikkeling, moet sterilisatie tot ver na jaar 1 worden overwogen.

Ierse wolfshond

Zelfs met het kleine aantal gevallen werd dit ras gekozen voor analyses vanwege de grote lichaamsgrootte: de Duitse dog uitdagen voor lengte en waar men een verhoogd risico op gewrichtsaandoeningen zou kunnen verwachten. In deze steekproef had 7 procent van de intacte reuen en geen van de intacte teven een gewrichtsaandoening. Er werden geen gewrichtsaandoeningen gezien bij gecastreerde reuen of teven. Bij de intacte reuen en teven was de incidentie van een of meer kankers respectievelijk 8 procent en 21 procent. Bij gecastreerde reuen na 1 jaar was er een toename van het voorkomen van kanker tot 25 procent ( p<0,05). Er was geen duidelijke toename van kankers bij gecastreerde teven boven het relatief hoge niveau bij intacte teven. Er was geen optreden van MC bij intacte teven of teven die laat gesteriliseerd werden. Voor teven die intact waren gelaten, werd 5 procent gerapporteerd met PYO. UI werd niet gemeld bij een van de gesteriliseerde of intacte teven. De voorgestelde richtlijnen voor reuen, gezien het toegenomen aantal kankers rond de leeftijd van 1-2 jaar is steriliseren na 2 jaar. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd. Gezien de grote lichaamsgrootte en fysiologie van de late musculoskeletale ontwikkeling, willen sommigen misschien steriliserende teven overwegen tot ver na jaar 1.

Jack Russell Terrier

Net als bij andere kleine honden waren gewrichtsaandoeningen zeldzaam; geen van de intacte reuen en slechts 2 procent van de intacte teven had een of meer gewrichtsaandoeningen. Castratie werd bij geen van beide geslachten geassocieerd met enige verhoging van de incidentie. Bij intacte reuen had 3 procent en bij intacte teven geen, één of meer van de kankers. Er was op geen enkele leeftijd een duidelijke toename van het voorkomen van kanker bij beide geslachten met castratie. Bij intact gebleven teven werd MC gezien in 1 procent, net als PYO. Bij degenen die na 2 tot 8 jaar werden gesteriliseerd, werd MC bij 3 procent vastgesteld. UI werd bij geen enkele vrouw gediagnosticeerd. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven,

Labrador retriever

Een of meer gewrichtsaandoeningen werden gemeld bij 6 procent van zowel intacte reuen als intacte teven. Dit werd significant verhoogd tot 13 procent voor reuen die vóór 6 maanden gecastreerd waren. ( p <0,01). Bij teven gecastreerd jonger dan 6 maanden en tussen 6-11 mo. was het risico op een gewrichtsaandoening voor elke periode 11 tot 12 procent ( p<0,01). Het voorkomen van kankers was respectievelijk 8 procent en 6 procent voor intacte reuen en teven. Castreren op de verschillende leeftijden ging niet gepaard met een duidelijk verhoogd risico bij de kankers. Het voorkomen van MC bij intacte teven was 1 procent en voor de sterilisatie na 2-8 jaar 2 procent. Voor teven die intact waren gelaten, werd 2 procent gerapporteerd met PYO. UI werd gerapporteerd bij een laag percentage (2-3%) bij teven die op verschillende leeftijden gesteriliseerd werden gedurende 1 jaar. Gezien het significante voorkomen van gewrichtsaandoeningen bij reuen die gecastreerd zijn jonger dan 6 maanden, is de voorgestelde richtlijn voor reuen sterilisatie na 6 maanden. Voor teven is de voorgestelde richtlijn, gezien het verhoogde risico op gewrichtsaandoeningen bij castratie tot 11 maanden oud, uitstel van castratie tot na een jaar.

Maltezer

Bij de Maltezer bij beide geslachten waren er geen gevallen van gewrichtsaandoeningen bij de intact gelaten of gecastreerde honden. Vrijwel hetzelfde beeld komt naar voren bij kankers, waarbij slechts een van de 64 intacte teven de diagnose kanker krijgt. MC kwam niet voor bij de intacte teven en slechts één geval onder de 19 teven steriliseerde na 2-8 jaar. PYO werd gezien bij geen van de intacte teven. UI kwam bij geen van de teven voor.

Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Dwergschnauzer

Er waren vrijwel geen gewrichtsaandoeningen bij reuen of teven die intact of gesteriliseerd bleven. De incidentie van kanker bij intacte reuen was 4 procent en bij teven nul procent. Er was geen aanwijzing voor een toename van kanker als gevolg van castratie bij beide geslachten. Er was geen optreden van MC bij een van de teven die intact of gesteriliseerd waren gebleven, en een percentage van 4 procent van PYO bij intacte teven. Geen van de teven kreeg de diagnose UI. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Pomeriaan

Net als bij andere honden met een kleine lichaamsgrootte, hadden zowel reuen als teven geen gevallen van gewrichtsaandoeningen bij degenen die intact of gecastreerd bleven. Wat betreft kankers, voor zowel reuen als teven die intact waren gelaten, was het aantal kankers nul en was er geen indicatie van een verhoogd risico op kanker als gevolg van castratie bij beide geslachten. Er was slechts één geval van MC bij teven die intact waren gebleven, en 7 procent met PYO. Geen van de teven kreeg de diagnose UI. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Toypoedel

Bij intacte reuen had 4 procent een of meer gewrichtsaandoeningen en bij intacte teven was er geen sprake van een gewrichtsaandoeningen. Bij gecastreerde reuen en teven was er geen duidelijk verhoogd risico op een gewrichtsaandoening. Er was 2 procent kanker bij intacte reuen en nul bij intacte teven. Bij gecastreerde reuen en teven was er geen noemenswaardig optreden van kanker. Bij intacte teven was er slechts één enkel geval van MC en geen geval van PYO bij intacte teven en geen optreden van UI bij gesteriliseerde teven.

Dwergpoedel

Er was geen gewrichtsaandoening bij intacte reuen of teven. Echter, bij reuen die na 6-11 maanden gecastreerd waren, was er een significante 9 procent van de gewrichtsaandoeningen ( p<0,01), weerspiegelt CCL (kruisbanden). Bij gesteriliseerde teven was er geen sprake van een gewrichtsaandoening. Bij intacte reuen en teven was er respectievelijk 5 en 0 procent kanker. Er was geen indicatie van een verhoogd voorkomen van kanker als gevolg van castratie bij beide geslachten. Het enige voorkomen van MC bij teven was één teef die was gesteriliseerd na 2-8 jaar. Van de intacte teven ontwikkelde 6 procent PYO. 

De voorgestelde richtlijn voor reuen, gebaseerd op het significante voorkomen van een gewrichtsaandoening met castratie op 6-11 maanden, vertraagt ​​de castratie tot na de leeftijd van een jaar oud. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Poedel, standaard

Er was een percentage van 2 procent van gewrichtsaandoeningen bij zowel intacte reuen als teven. Bij reuen die gecastreerd waren jonger dan 6 maanden, was er een niet-significante toename tot 8 procent en bij gesteriliseerde teven was er geen sprake van gewrichtsaandoeningen. Het aantal gevallen van kanker bij intacte reuen en teven was respectievelijk 4 en 2 procent. Bij reuen die op 1-jarige leeftijd gecastreerd waren, steeg het voorkomen van een of meer kankers tot een aanzienlijke 27 procent ( p<0,01), allemaal vanwege het verhoogde risico op LSA. Bij teven was er geen significante toename van kankers na sterilisatie. Er was 4 procent MC en 2 procent PYO bij de teven die intact bleven. De voorgestelde richtlijn voor reuen, gebaseerd op het optreden van een of meer kankers met castratie na 1 jaar, is om castratie tot 2 jaar uit te stellen. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd.

Mopshond

Bij intacte reuen en teven was het voorkomen van gewrichtsaandoeningen respectievelijk nul en 2 procent. Bij gecastreerde reuen en teven was er geen duidelijke toename van gewrichtsaandoeningen. Het voorkomen van een of meer vormen van kanker bij intacte reuen was 6 procent en bij intacte teven 8 procent. Het castreren van reuen en teven leidde niet tot een duidelijke toename van het risico op kanker. Er waren geen gevallen van MC bij teven die intact waren of gesteriliseerd, en er was 5 procent PYO bij de intacte teven. Geen van de teven kreeg de diagnose UI. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven,

Rottweiler

Gewrichtsaandoeningen zijn een grote zorg bij dit ras met 8 procent van de intacte reuen en 16 procent van de intacte teven met een of meer gewrichtsaandoeningen. Bij reuen, sterilisatie voor zes maanden en tussen 6-11 mo. resulteerde in 10 procent en 22 procent voorvallen (gecombineerd p <0,05). Bij teven gesteriliseerd voor 6 maanden resulteerde dit in een significante stijging naar 43 procent ( p<0,05), waarbij de belangrijkste gewrichtsaandoening CCL is. De kankers die volgden, traden op bij de intacte reuen en teven met respectievelijk 16 en 11 procent. Deze relatief veel gevallen van kanker bij intacte reuen en teven werden op geen enkele leeftijd verhoogd door castratie. Van de teven die intact bleven of werden gesteriliseerd na 2-8 jaar, kreeg respectievelijk 8 en 5 procent de diagnose MC. Bij intacte teven werd bij 12 procent de diagnose PYO gesteld. Met betrekking tot UI had 1 procent van de intacte teven een UI en bij teven castreerde ze op <6 mo. en 6-11 maanden, respectievelijk 4 en 6 procent hadden een gebruikersinterface. De voorgestelde richtlijn voor reuen, gezien het risico op gewrichtsaandoeningen voor degenen die gecastreerd zijn op 6-11 maanden. of eerder, is castratie na het eerste levensjaar. Voor teven is de voorgestelde richtlijn, gezien het verhoogde risico op gewrichtsaandoeningen bij sterilisatie te wachten tot na 6 maanden.

Sint Bernard

Bij intacte reuen en teven was het voorkomen van een of meer gewrichtsaandoeningen respectievelijk 8 procent en 6 procent. Hoewel er geen duidelijke toename was van gewrichtsaandoeningen na castratie bijreuen, namen de gewrichtsaandoeningen bij teven gecastreerd voor 6 maanden toe tot een significante 100 procent ( p<0,01). De kankers die volgden kwamen voor bij intacte reuen en teven met respectievelijk 4 en 11 procent. Bij sterilisatie bij reuen en teven was er geen noemenswaardige toename van kankers. Er was geen MC in de intacte of gesteriliseerde teven. Bij intacte teven werd PYO gediagnosticeerd bij 15 procent. Er was geen UI bij gesteriliseerde teven. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd. De voorgestelde richtlijn voor teven gegeven in het verhoogde risico op gewrichtsaandoeningen  is castratie na 6 maanden. Gezien de grote lichaamsgrootte kunnen sommigen echter overwegen om te castreren tot ver boven de leeftijd van 1 jaar.

Shetland Sheepdog

Er waren geen gewrichtsaandoeningen bij intacte reuen en slechts één bij de intacte teven. Bij gecastreerde reuen was de enige gewrichtsaandoening bij een van de reuen gecastreerd jonger dan 6 maanden en bij teven was er geen gewrichtsaandoening geassocieerd met sterilisatie. Het voorkomen van kankers bij intacte reuen was 6 procent en bij intacte teven nul. Er was geen duidelijke toename van kankers bij gecastreerde reuen of teven. Er was geen optreden van MC bij intacte of gesteriliseerde teven en 14 procent van de gevallen van PYO bij intacte teven. Steriliseren op 6-11 mo. resulteerde in een optreden van 6 procent van de gebruikersinterface, maar na 1 jaar een percentage van 33 procent. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen, degenen die willen castreren, moeten beslissen over de juiste leeftijd. Om het hoge niveau van UI-voorkomen bij teven te voorkomen, zou men kunnen overwegen om teven op of na 2 jaar te castreren.

Shih Tzu

Bij dit kleine hondenras waren er geen gevallen van gewrichtsaandoeningen bij intacte of gecastreerde reuen en teven, wat in dit opzicht vrijwel geen kwetsbaarheid onthulde. Er waren geen gevallen van kanker die werden gevolgd bij intacte reuen en teven. Bij gecastreerde reuen waren er geen kankers. Bij teven is het optreden van kankers echter gesteriliseerd bij 6-11 maanden. was 7 procent en na 1 jaar bereikte deze maatregel een aanzienlijke 18 procent ( p<0,01). MC kwam voor bij 3 procent van de intacte teven. PYO kwam voor bij 5 procent van de intacte teven. UI werd bij geen enkele teef gemeld. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd. Het beeld is heel anders voor gesteriliseerde teven waarbij het verhoogde risico op kanker begint met sterilisatie op 6-11 maanden, tot 18 procent met sterilisatie op een jaar. De voorgestelde richtlijn voor teven is om sterilisatie uit te stellen tot het vrouwtje 2 jaar oud is. 

West Highland White Terrier

Slechts één intacte man had een gewrichtsaandoening en verder werden er geen gewrichtsaandoeningen gemeld bij intacte teven of bij gecastreerde reuen of teven. Geen van de intacte reuen of teven had een van de kankers. Er waren geen noemenswaardige gevallen van kanker bij gecastreerde reuen of teven. Er waren geen gevallen van MC bij intacte of gecastreerde teven, en 7 procent van PYO bij intacte teven. Het voorkomen van UI was 14 procent voor teven gesteriliseerd bij <6 maanden. en 6 procent bij 6-11 mo. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, moeten degenen die willen castreren beslissen over de juiste leeftijd. Echter, voor teven is uitstellen tot 1 jaar aan te raden om het risico op UI te verminderen.

Yorkshire Terrier

Er werden geen gewrichtsaandoeningen gemeld bij intacte reuen en bij intacte teven, slechts 1 procent. Bij gecastreerde reuen en teven waren er geen noemenswaardige gevallen van gewrichtsaandoeningen. Bij intacte reuen en intacte teven werd slechts 1 procent gemeld, waarbij ten minste één van de kankers werd gevolgd. Bij zowel gecastreerde reuen als teven was geen van de gevallen van kanker opmerkelijk. Bij intacte teven was het voorkomen van MC 1 procent, net als het optreden van castratie na 2-8 jaar. PYO werd gemeld bij 7 procent van de intacte teven. Er werd geen gebruikersinterface gerapporteerd bij de intacte of gesteriliseerde teven. Bij gebrek aan een merkbaar optreden van verhoogde gewrichtsaandoeningen of kankers bij gecastreerde reuen of teven, lijkt de leeftijd onbelangrijk.

Een waarschijnlijk mechanisme waardoor vroege sterilisatie kan leiden tot een gewrichtsaandoening, houdt verband met verstoring van de sluiting van de groeischijven door gonadale hormoonsecretie naarmate het dier volwassen wordt. Door vroege castratie groeien de lange botten iets langer door  dan normaal, wat de gewrichten onder druk zet en bij sommige gecastreerde honden tot een klinisch zichtbare gewrichtsaandoening kan leiden.

Een van de vaak genoemde voordelen van vroegtijdige sterilisatie van teefjes is bescherming tegen borstkanker.   Relevant voor de discussie over MC is echter de recente meta-analyse van gepubliceerde studies over gesteriliseerde teven en MC, waarbij werd vastgesteld dat het bewijs dat sterilisatie koppelt aan een verminderd risico op MC zwak is. In de gegevens die in dit onderzoek zijn verzameld, was het voorkomen van MC bij intact gebleven teven tot en met 11 jaar zelden hoger dan 6 procent en vaak 2 procent of minder. MC komt dus relatief weinig voor en vaak pas op hogere leeftijd.  MC voor eigenaren van gezelschapsdieren is dan minder storend dan de veel eerdere aanvang van gewrichtsaandoeningen en andere vormen van kanker.

Voor reuen bestaat er enige bezorgdheid dat sterilisatie na de puberteit de kans op probleemgedrag zoals agressie vergroot. Studies tonen echter aan dat terwijl castratie reuen bij ongeveer 25 procent van de reuen agressie tegen mensen of andere honden kan verminderen, maar is castratie voorafgaand aan de puberteit niet effectiever om dit probleem te voorkomen dan castratie op volwassen leeftijd bij het oplossen van het probleem.

Voor kruisingen is er een ander onderzoek naar leeftijd, aandoeningen en castratie in voorbereiding.

Onderzoek naar castratiegevolgen bij 35 rassen biedt leeftijdsadvies

dossier