Hormoontherapie bij gecastreerde honden voor herstel gezondheid
Het is nog maar een enkele case, maar hormoontherapie lijkt negatieve gevolgen castratie te kunnen herstellen
Het zomaar castreren lijkt langzamerhand een beetje aan populariteit af te nemen, alhoewel het vaak nog bijna een standaard ingreep is bij honden. Echter, aan de overkant van de Atlantische oceaan is een (vroeg)castratie het teken van verantwoord houderschap van honden, en in de VS worden reguliere huishonden dan ook bijna standaard gecastreerd. Helaas, castratie is steeds vaker niet de “ideale” oplossing, en gezondheidsproblemen doen regelmatig van zich spreken. Onderzoek naar de praktijk van castratie geeft aan dat het verwijderen van de geslachtsklieren (testikels of eierstokken) en de bijbehorende geslachtshormonen ook aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van honden kan hebben. Obesitas, urine-incontinentie, verschillende vormen van kanker, aandoeningen van het bewegingsapparaat en cognitieve en gedragsproblemen komen vaker voor bij gesteriliseerde en gecastreerde honden. Dit komt waarschijnlijk doordat natuurlijke hormoonfeedbackmechanismen bij gecastreerde honden niet meer gereguleerd worden. Geslachtshormonen ontbreken die de hypofyse en hypothalamus in de hersenen beinvloeden waardoor het niveau van luteïniserend hormoon (LH) blijft toenemen. Recent onderzoek geeft aan dat de hoge niveaus van luteïniserend hormoon waarschijnlijk de ontwikkeling van diverse gezondheidsstoornissen beïnvloeden. De relaties tussen geslachtshormonen, gezondheid en welzijn zijn niet eenvoudig en kunnen worden beïnvloed door vele factoren, waaronder het geslacht, het ras, de leeftijd en de omgeving van de hond.
Een zogeheten case-study waarbij er na de castratie weer hormoontherapie wordt toegepast om de negatieve gevolgen te verminderen, een onderzoek van één specifiek geval, is nu online gepubliceerd en komt medio november in het gedrukte exemplaar van Topics in Companion Animal Medicine. Het onderzoek beschrijft het eerste rapport van hormoonhersteltherapie toegepast op een hond die lijdt aan diverse fysieke en psychologische symptomen na castratie. De behandeling resulteerde in normale niveaus van testosteron en luteïniserend hormoon, verbeterde de mobiliteit en verminderde angst.
Het herstellen en in evenwicht brengen van de hormonen van gecastreerde honden is ongebruikelijk in de diergeneeskunde, en de enige gepubliceerde verslagen bevatten behandeling voor incontinentie. De casestudy beschrijft de gezondheidsproblemen, hormoonbehandelingsprocedures en resultaten bij een gecastreerde reu. Op zeven maanden werd deze gecastreerd. De jonge hond arriveerde als een actief, gezond en sociaal huisdier, maar zijn gezondheid ging de volgende maanden snel achteruit. Toen hij een jaar oud was, namen de eigenaren hem mee naar de dierenarts om verminderde mobiliteit, mank lopen in de rechterheup (er bleek sprake van forse HD), snelle gewichtstoename en angst voor onbekende mensen aan te pakken. Het veterinaire team behandelde Toby de komende drie jaar met pijnmedicatie, gewrichtssupplementen, thyroxine, antidepressiva en aanzienlijke dieetbeperkingen. Frequente toediening van carprofen en dagelijkse gewrichtssupplementen hielpen het manken te verminderen, maar de mobiliteit was nog steeds slecht.
Toen hij vier jaar oud was, waren de eigenaren niet langer in staat om hem mee te nemen naar buiten vanwege zijn extreme angst, en zijn onvermogen om te rennen en springen zorgde voor nog meer overgewicht. Toen er een nieuwe jongere hond werd geadopteerd, werden Toby's gezondheidsproblemen nog duidelijker omdat hij niet kon rennen en spelen. Daarom werd samen met de dierenarts de beslissing genomen om hormoontherapie te proberen om zijn hormonen weer op een normaal niveau te brengen.
Gecastreerde reuen hebben een zeer laag testosteron en kunnen een hoog LH-gehalte hebben. Toby's LH-waarde was drie keer hoger dan wat normaal is voor een gecastreerde hond. Hij begon met een regime van wekelijkse testosteroninjecties. Binnen drie maanden verhoogde de behandeling de spiermassa aanzienlijk, verminderde het mank lopen en verbeterde de mobiliteit. De angst was enigszins verminderd. Zijn LH-concentratie daalde echter niet tot het normale niveau, dus werd een gonadotropine-releasing hormoon (GnRH)-agonist geïmplanteerd. De behandeling bracht de testosteron- en LH-spiegels van de hond weer normaal en de gezondheidsverbeteringen gingen door.
Na de therapie nam de eetlust af en werd de angst voor mensen beheersbaar. De hond kan weeer mee “uit” en spelen met soortgenoten. Er waren geen bijwerkingen bekend en de eigenaren waren tevreden met het resultaat. "De verbetering in de gezondheid en het gedrag van Toby is verbazingwekkend", zegt Linda Brent, eigenaar van de hond en hoofdauteur van de publicatie. "Na jarenlang traditionele medische behandelingen te hebben geprobeerd met weinig effect, heeft het terugbrengen van zijn hormonen naar normale niveaus hem een kans gegeven op een gelukkig en gezond leven."
Of het helemaal te danken is aan de hormoontherapie is niet helemaal zeker. Andere factoren dan herstel van reproductieve hormoonconcentraties (bijv. leeftijd, ongevoeligheid voor externe prikkels in de loop van de tijd) kunnen ook van invloed zijn geweest op de gezondheid en het gedrag. Het feit echter dat de patiënt gedurende 3 jaar voorafgaand aan de hormoontherapie steeds slopende orthopedische en gedragssymptomen vertoonde en kort daarna opmerkelijke en blijvende verbeteringen had, ondersteunt de conclusie dat het herstel van de reproductieve hormoonconcentraties effectief was om deze hond terug te brengen naar een verbeterde fysieke conditie.