Outcross Mopshond een feit
Er is heel wat te doen rond de mopshond de laatste tijd. Wat misschien wel het meest in het oog springt is de outcross die momenteel gedaan wordt. We kennen het fenomeen outcross van een aantal andere rassen: het wil zeggen dat er een ander ras wordt ingekruist. De reden daarvoor kan verschillend zijn. Het kan zijn om meer genetische diversiteit te krijgen, het kan zijn om een bepaalde eigenschap weg te fokken en het kan zijn om kenmerken juist te versterken. Het uitgangspunt is hoe dan ook het vergroten van de gezondheid van het ras in kwestie.
Nu is de mops een extreme kortsnuit, dus waar die gezondheidsproblemen zitten is niet zo heel lastig: in het hoofd. Door het vrijwel ontbreken van een voorsnuit ontstaan er problemen met de ademhaling.
Maar bij de mops is er nog een tweede probleem onderkend: het gebrek aan genetische diversiteit. Alweer een aantal jaren geleden namen mensen van Commedia, de rasvereniging van de Mopshond, het initiatief naar de Raad te stappen om daar uit de archieven alle Mopsen vanaf de allereerste import (rond 1910) te halen en zo een database samen te stellen. Daardoor kwamen ze tot de conclusie dat niet alleen het uiterlijk een aantal kenmerken had die zorgelijk zijn, maar dat de verwantschap in het ras ook te hoog was.
Om na zulke conclusies dan alle neuzen dezelfde kant uit te krijgen valt niet mee. Commedia ging met de Raad praten over de mogelijkheden van outcross. Maar dat bleek nog niet zo simpel. Want hoewel de Raad voorstander is van outcross kan het land van oorsprong van een ras behoorlijk moeilijk gaan doen als zoiets volgens de officiële wegen gebeurt.
De outcross die hier in Nederland gedaan wordt, dat is geen probleem. De Wetterhoun en de Saarlooswolfhond zijn beide Nederlandse rassen. Maar dat is de Mopshond niet…
Overleg leverde op dat de Raad adviseerde de outcross in eigen beheer te gaan doen. Het doen van outcross in een ras dat kleine nesten geeft is prima te monitoren. Het is iets dat al gebeurt bij bijvoorbeeld het Markiesje, een ras met een voorlopige erkenning en een open stamboek. Ook daar worden regelmatig honden aangekeurd. Een vergelijkbare methode is heel goed haalbaar voor de Mopsen. Maar als er een plan van aanpak zou komen, zou dat internationaal nog wel eens lastig kunnen worden; het zou discussie en wellicht zelfs ruzie met het land van oorsprong kunnen geven, iets waarop niemand zit te wachten, en de rasvereniging van de Mopsen zelf zeker niet. Het is dus handiger en zeker ook sneller om de hele zaak in eigen beheer te doen.
En zo kwam het plan voor outcross in eigen beheer dus van de grond. Als er voldoende dieren zijn zal er dus een of meerdere aankeuringen worden georganiseerd, en zullen de goedgekeurde nakomelingen uit dit outcrossprogramma in de stamboeken komen om zo het ras te gaan verbeteren. Een werkwijze als deze geeft prima mogelijkheden en het geeft de fokkers ook meer vrijheden.
Arjen Sterk, voorzitter van Commedia: “De ambitie om een ander ras in te kruisen om de gezondheid te verbeteren leeft al langer bij sommige fokkers binnen Commedia. Drie jaar geleden heeft deze zienswijze zich genesteld onder een klein deel van de fokkers van Commedia. De campagnes van Dier & Recht waren op geen enkele manier oorzaak of aanleiding om voorstellen tot outcross te doen. Het was de intrinsieke overtuiging dat outcross zou leiden tot snelle verbetering.”
Natuurlijk gaat dat niet allemaal even soepel. Outcross is ingrijpend. Sterk: “Binnen de vereniging is er, zoals binnen vrijwel elke rasvereniging, nog weerstand. Fokkers zijn bang het unieke karakter te verliezen of nieuwe ziekten te introduceren. Sommige beelden ten aanzien van de wijze waarop lijnteelt toegepast dient te worden zijn, wetenschappelijk gezien volledig achterhaald, maar diep verankerd in de visie van veel fokkers. Veel fokkers denken ook dat er binnen de gesloten populatie nog voldoende mogelijkheden tot verbetering zijn. Door als eis te stellen dat een rasvereniging een door de Algemene Vergadering goedgekeurd Plan van Aanpak moet indienen, maakt de Raad het voor individuele fokkers onmogelijk om binnen de mogelijkheden van het stamboek en de bijlages een ander ras in te kruisen.”
Dat is natuurlijk waar, maar helaas is dat hoe de wetgeving in een democratisch land werk. Dat beseft Sterk ook terdege, draagvlak is essentieel. Maar: "Het is nu wel een beetje diffuus hoe de methodiek van proefparingen zich verhoudt tot het verenigingsfokreglement en tot de welzijnsregels uit het KR. De nakomelingen uit proefparingen zijn geen rashonden en vallen dus buiten de juridische werkingssfeer van deze reglementen. We gaan er met elkaar voor zorgen dat beleid en realiteit weer met elkaar in overeenstemming kom Begrijpelijk dus dat daar waarde aan wordt gehecht. Maar: en en ondertussen kiezen we voor een pragmatische grondhouding. De Raad heeft zich altijd constructief doch ietsje behoudend opgesteld. Met de verschillen van inzicht zijn we sportief omgegaan. We begrijpen elkaars posities en zoeken naar verbinding.”
Laura Roest, dierenarts van de Raad van Beheer, bevestigt dat: ““We volgen het project met veel belangstelling. Het heeft onze waardering en zeker ook onze goedkeuring. Het is fijn dat een rasvereniging zich zo opstelt, we willen graag maar worden soms tegengehouden door regelgeving. Met dit project maar ook met de algemene insteek van Commedia zijn we als Raad erg blij. De initiatieven moeten vanuit de sector komen en dat gebeurt hier.”
Lees ook: Plannen voor open stamboeken bij de Mopshond
Er waren dus initiatieven, maar de tijdsdruk nam toe toen duidelijk werd dat het ministerie stappen zou gaan ondernemen. Om de discussies te ontlopen die er zeker zouden zijn als zou worden gestreefd naar een goedkeuring van alle fokkers, besloot men in overleg met de Raad zelf actie te nemen:
“Toen bekend werd dat het besluit houders van dieren zo geïnterpreteerd zou gaan worden dat het voor fokkers van Mopshonden noodzakelijk is om onmiddellijk concrete verbeterstappen te initiëren, heeft het bestuur van Commedia gesproken met de directeur en de dierenarts van de Raad. Dit was een goed gesprek. De directeur, dhr. Doedijns, adviseerde om, gezien het acute karakter van de veranderopdracht, te kiezen voor een andere route dan die van het formele outcrosstraject. Door middel van proefparingen kan toegewerkt worden naar honden die als look-alike kunnen worden aangemerkt. Het stamboek kan worden geopend en de look-alikes kunnen na een aankeuring worden ingeschreven in de bijlage 0.
Deze route is gecommuniceerd binnen de vereniging en inmiddels zijn de eerste pups uit kruisingen van Mopshonden met een ander ras te bewonderen. De weg naar het eindproduct toe wordt door de fokkers ontworpen maar keurmeesters en dierenartsen bepalen of de lookalikes aan alle gestelde eisen voldoen om in het stamboek te kunnen worden opgenomen. Er is, zoals gezegd, geen plan van aanpak bij de Raad van Beheer ingediend omdat de naderende nieuwe uitvoeringsregels van de NVWA een snelle verbeterslag noodzakelijk maakte, terwijl de kans op consensus over de invulling van een Plan van Aanpak binnen de vereniging klein was.”
En zo kwamen de eerste outcrosspups van de Mops ter wereld. Dat gebeurde niet zomaar, er was veel onderzoek vooraf. “De fokker die de outcrosscombinatie heeft gedaan heeft gekozen voor het inkruisen van de Shiba en de Engelse Staffordshire Bullterriër na consultatie van andere fokkers, dierenartsen, een keurmeester en andere deskundigen. Deze rassen kennen weinig gezondheidsissues. De ademhaling van deze rassen is uitgesproken goed en ze zijn genetisch nauwelijks verwant aan de Mopshonden. Er is gebruik gemaakt van oudere reuen zodat er ook voldoende bekend is over de gezondheid van de nakomelingen van deze oudere heren. Uiteraard voldoen ze aan de eisen die vanuit dat ras op het gebied van uitslagen van gezondheidstesten worden gesteld. Naast een langere snuit en een betere ademhaling bieden deze outcrosscombinaties ook een kans om de genetische variatie sterk te verbeteren en hiermee meer gezondheidsaspecten dan de ademhaling positief te beïnvloeden. Dit is, zoals gezegd, de overtuiging van veel deskundigen maar wordt binnen de vereniging nog wel bestreden. Om te kunnen beoordelen in welke mate de huidige populatie Mopshonden tegemoet komt aan de eisen die vanuit nieuw beleid worden gesteld en om in algemene zin uitspraken te kunnen doen over de kwaliteit van de gezondheid, hebben de Raad van Beheer en Commedia besloten een nulmeting te organiseren waarbinnen mopshonden in de leeftijd van 12 tot 36 maanden door dierenartsen zijn beoordeeld op basis van de criteria die als input heeft gediend voor de nieuwe beleidsrichtlijnen van het ministerie van LNV. Hierover heeft het bestuur van Commedia al gepubliceerd op de website.”
De vraag die nu rondgaat is of de acties van Dier & Recht invloed hadden op deze acties, zoals de stichting op de website stelt. Dat blijkt niet te kloppen: “Ik begrijp dat Dier en Recht elke verbeterstap graag interpreteert als een direct gevolg van hun inspanningen. In werkelijkheid werken de rasvereniging, de Raad van Beheer, het Expertisecentrum Genetica Gezelschapshonden en specialisten zoals Gert ter Haar hard aan deskundigheidsbevordering van fokkers, keurmeesters, dierenartsen en andere belangrijke actoren en worden er concrete verbeterstappen gezet om de gezondheid van Mopshonden verder te verbeteren. Alle partijen doen dit vanuit het belang van de gezondheid van de Mopshond en hebben hierbij geen aansporing van Dier & Recht nodig. Uiteraard staat het bestuur van Commedia te allen tijden open voor de dialoog met Dier & Recht. Dit wel op basis van feiten en niet op basis van sentimenten, verkeerde aannames en veronderstellingen.”
Die verkeerde veronderstelling, dat betreft de aanname dat de Raad de outcross van de Mops zou hebben tegengehouden. Sterk stelt duidelijk dat dit een volkomen onterechte aanname is: “Door als eis te stellen dat een rasvereniging een door de Algemene Vergadering goedgekeurd Plan van Aanpak moet indienen, maakt de Raad het voor individuele fokkers onmogelijk om binnen de mogelijkheden van het stamboek en de bijlages een ander ras in te kruisen. Gezien het feit dat de Raad een vereniging van verenigingen is, valt te billijken dat ze eerst werkt aan meer draagvlak binnen de kynologie, voordat ze een nieuwe beleidslijn introduceert die outcross laagdrempeliger mogelijk maakt.”
De eerste outcrosspups van de Mopsen zijn nog jong, maar het ziet er veelbelovend uit. Twee F1-pups zijn er nu, een kruising met een Staffordshire bullterrier en een kruising met een Shiba. De fokkers wachten nu rustig de gezondheidstesten af. Zij hebben in elk geval volledig vertrouwen in de toekomst.