• Na de eiken- nu de dennenprocessierups
  • Na de eiken- nu de dennenprocessierups

Na de eiken- nu de dennenprocessierups

Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

Na de eiken- nu de dennenprocessierups

wo, 06/26/2019 - 10:14

Zijn we net van de schrik over de eikenprocessierups bekomen, vervolgens blijkt de dennenprocessierups Nederland en België (bijna!) aan het koloniseren te zijn. En als we niet alleen de media, maar ook de wetenschappelijke onderzoeken mogen geloven, is de Thaumetopoea pityocampa, zoals de rups officieel heet, de overtreffende trap van de Eikenprocessierups. Maar is dat ook zo voor honden?  De vraag stellen is hem beantwoorden, ja, honden zijn nog vaker slachtoffer van de haren van deze rups dan wij mensen.

Wikipedia meldt: De waardplant van deze vlinder is de den. De larve heeft als een rups een lengte van enkele millimeters tot veertig mm, en is zwartachtig bruin met rode vlekken op de bovenkant en zijkanten. De onderzijde is geel. Het lichaam is zeer harig en bedekt met brandharen. De vlinders komen uit in de zomer, tussen juni en september, afhankelijk van het klimaat, en leggen hun eieren afgezet in parallelle rijen in verpakkingen van 150 tot 220 stuks op twijgen of naalden van verschillende soorten dennen, maar als tweede keus ook in sparren en ceders. Vijf tot zes weken na het leggen komen de eitjes uit. De rupsen vervellen vijf maal afhankelijk van de hoogte en temperatuur. Hoe verder naar het noorden of in hoogte, des te langzamer de larve zich ontwikkelt.

In de winter spinnen de rupsen een nest waarin ze de overdag in de zon liggen. Ze komen 's nachts in beweging om te eten. Net als bij de eikenprocessierups lopen de rupsen vanuit een nest achter elkaar in een grote sliert. Een verschil is dat bij de dennenprocessierups de processie slechts een rups breed is, terwijl bij de eikenprocessierups meerdere rupsen zich naast elkaar voortbewegen. In het voorjaar verlaten de rupsen opnieuw in "processie" het nest naar de grond om zich daar op een zonnige plek in te graven en zich ondergronds te verpoppen. Na een aantal maanden ontpoppen ze zich weer als vlinder, waarna de cyclus opnieuw begint.
Deze pluizig uitziende rupsachtige wekken de nieuwsgierigheid van de hond. De hond wil met ze spelen en raakt ze aan met zijn poot. Bij deze aanraking scheiden de larven een zure giftige stof af, via de haren, die pijnlijk steekt bij contact met de huid. Om de pijn te verzachten, begint de hond zijn poot te likken. Zo wordt het gif in zijn mond verspreid. Hier kan het gif uitgebreide en ernstige weefselbeschadiging veroorzaken. 

Een vergiftigde hond heeft extreem krachtige speekselafscheiding. Braken en schuimen uit de mond komt ook voor.Het gif leidt snel tot een ernstige allergische reactie. Dit kan leiden tot een verlaagde bloeddruk, wat op zijn beurt kan leiden tot shock en zelfs de dood. In extreme gevallen kan bloedklontering in de vaten (DIC) optreden, die ook tot de dood leiden. Een ander teken is dat de tong van honden meestal opzwelt. Direct dierenartsenbezoek is dan ook noodzakelijk. Probeer overigens als eerste de mond van de hond zoveel mogelijk met water uit te spoelen om andere brandharen te verwijderen. Warm (niet kokend heet) water is het beste omdat dit de gevoeligheid van de tong vermindert. Ook spoelen met azijn zou kunnen helpen. Het afschrapen van de tong is onverstandig, aangezien dan nog meer haren breken en de gifstof vrijkomt.Vergeet niet dat het gif ook schadelijk is voor de mens, dus draag beschermende handschoenen. Ook op de huid van de hond kunnen allergische reacties ontstaan.

Honden die de eerste fase overleven, ontwikkelen meestal een infectie op de tong en / of in de keel. Na enige tijd kan gangreen ontstaan, waardoor delen van de tong eraf vallen.

Een Zwitsers onderzoek onder 41 getroffen honden beschrijft dat alle honden kwijlden, dysfagie hadden (slikproblemen), submandibulaire lymfadenomegalie (vergroting van de lymfeklieren en speekselklieren) en klinische tekenen van pijn. De dieren werden verdeeld in drie groepen, afhankelijk van de tijdspanne vanaf blootstelling aan de rups tot presentatie: tot 2 uur (groep 1), 2-5 uur (groep 2) en meer dan 5 uur (groep 3). Alle dieren uit groep 2 (n = 5) en 3 (n = 9) en acht honden uit groep 1 (n = 27) ontwikkelden linguale necrose (afsterving van de tong). Lepidopterisme (vlinderziekte feitelijk) heeft een voorspelbaar klinisch patroon. De onderzoekers concluderen “De evolutie was voornamelijk afhankelijk van de tijdspanne tussen blootstelling aan de rups en medische interventie, die binnen 2 uur na blootstelling zou moeten plaatsvinden.”  
Een case-beschrijving bij een Engelse Setter toont dat genezing dan wel goed mogelijk is: “De behandeling werd uitgevoerd met behulp van systemische antihistaminica, corticosteroïden, antibiotica, vitamine C en dexpanthenol en de patiënt werd weer gezond. “  Overigens, zijn er enrstige ademhalingsmoeilijkheden kan intubatie noodzakelijk zijn in de acute fase. De aangeraden behandeling wat uitgebreider is lokaal corticosteroïden injecteren (tong), dit moet onder verdoving gebeuren. Als een dier tekenen vertoont van anafylactische shock subcutane injecties van epinefrine of adrenaline of zelfs endotraqueal (als een dier is geïntubeerd). Antihistaminica kunnen samen met corticosteroiden worden gebruikt. Gastro-intestinale beschermers moeten worden gebruikt wanneer corticosteroïden worden toegepast. Allemaal dierenarts-behandelmethodes dus.
Op het platteland is het raadzaam om te letten op waar je met je hond naartoe gaat. Bij dennenbomen is het gebruikelijk om de cocons naar beneden te zien hangen. Vermijd in de lente (in Zuid Europa) en vroege zomer (meer noordelijke streken) gebieden met "besmette" dennenbomen. Als je niet zeker bent, geef je hond dan een muilkorf -zo bevelen mensen aan-  zodat hij het gif niet in zijn mond krijgt. Overigens, kattenliefhebbers hoeven niet bang te zijn. Katten lijken een inherente angst voor de larven te hebben en het is vrij ongebruikelijk dat een kat vergiftigd wordt. Dit jaar lijkt er een toename te zijn in het aantal larven, mogelijk als gevolg van de harde wind van afgelopen winter, die de larven effectief van boom tot boom verspreidt.

In Nederland en Belgie zijn de Dennenprocessierupsen nog niet waargenomen, maar ze lijken “voor de deur” te staan. Drie jaar terug werd de rups op de Frans-Belgische grens gezien. Voor wie in Frankrijk, Spanje en Italië de bossen ingaat met de hond, de dennenprocessierups is daar regelmatig voorkomend. Dus pas op. De rups komt overigens bijna alleen voor in gebieden met veel dennen- of sparrenbomen. Wie in loofbossen loopt, moet zich meer zorgen maken over de eikenprocessierups, of nog andere soorten rupsen die ook brandharen hebben. 

Na de eiken- nu de dennenprocessierups