• Castratie, soms wel, soms niet beter...
Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Castratie, soms wel, soms niet beter...

Mon, 10/30/2017 - 15:41

De voor- en nadelen van castratie blijven de wetenschap boeien. Zeker in de Verenigde Staten, waar castratie op jonge leeftijd eerder regel dan uitzondering is, 83% van de honden is "geholpen". In een groot, retrospectief (terugkijkend) onderzoek dat begin deze maand verscheen in Canine Genetiscs and Epidemiology is door Belanger et.al gekeken naar de effecten van castratie bij honden, met de focus op ziektes die mogelijk een erfelijke oorsprong hebben. De medische gegevens van meer dan 90.000 honden werden hiervoor gebruikt, honden die in de periode 1995 tot 2010 in het dierenziekenhuis van de Universiteit van Californie kwamen.

De conclusies in het kort: Gecastreerde honden bleken minder vaak last te hebben van stenose van de aorta, vroeg optredende cataract (staar), hartklepproblemen, problemen aan de ductus arteriosus (hartader), en ventricular septic defect. Ook het optreden van de beruchte "gastric bloat", de maagtorsie, en cardiomyopathie kwamen minder vaak voor.  Anderzijds, kanker (hemangiosarcoom, hyperadrenocorticisme, lymphoom, mastceltumoren en osteosarcoom) kwamen wel veel vaker voor. Kruisbandproblemen, epilepsie en tussenwervelschijfproblemen treden ook vaker op bij gecastreerde honden, de laatste alleen bij teven. HD, ED en patella luxatie werden niet geassocieerd met castratie. En ja, gecastreerde honden bleken minder vaak onder een auto te lopen.

De totale populatie honden werd gemiddeld met 13 maanden gecastreerd, teven iets eerder dan reuen. Ziektes traden vervolgens gemiddeld op op de leeftijd van ruim 7 jaar, hier iets eerder bij teven dan bij reuen. Bij intacte honden was de leeftijd waarop ziektes optraden iets lager dan bij gecastreerde honden, maar dat scheelde weinig. Qua rassen was er ook een verschil, maar dit kon per ras zowel positief als negatief uitvallen, sommige rassen leek castratie beter, bij andere rassen juist niet.

De onderzoekers komen tot de conclusie dat de geslachtshormonen, die worden verwijderd bij castratie, wel degelijk een rol spelen bij het optreden van ziektes. alleen is er geen eenduidig antwoord of castratie, het doen stoppen van die hormonen, nu wel of niet verstandig is. Immers, sommige ziektes treden wel eerder op na castratie, andere juist niet. Het lijkt alsof dierenartsen moeten kiezen tussen risico's op diverse ziektes. Of, zoals de onderzoekers stellen "our results indicate that for some inherited conditions, neutering provides a benefit and is associated with reduced risk whereas for other conditions the risk was elevated in the neutered dog, most especially the cancers and RACL."

Wel concluderen de onderzoekers dat met name voor orthopedische aandoeningen, de leeftijd van castratie erg van belang is. Castreren voordat de hond volgroeid is levert veel grotere risico's op dan castreren op volwassen leeftijd. Qua rasgroep lijkt castratie voor Terriërs meer risico met zich mee te brengen, terwijl "non-sporting" rassen (toy-rassen etc.) juist meer voordelen leken te hebben van castratie. Geslachtshormonen spelen wel een belangrijke, positieve rol bij het voorkomen van kruisbandproblemen, castratie levert daar veel meer risico's op. Datzelfde geldt ook voor intervertebral disc disease, oftewel problemen met de tussenwervelschijven. Een ziekte die -zeker ook bij teckels, een sterk erfelijke component heeft. En oestrogeen biedt meer bescherming tegen kanker, een gecastreerde teef of reu zal sneller kanker krijgen, echter, bij gecastreerde dieren trad de kanker vaak wel wat later op. dus vaker, maar op hogere leeftijd. Oestrogeen en progesteron, allebei geslachtshormonen, lijken zowel stimulerende als remmende effecten te hebben op epilepsie. Progesteron vermindert het aantal aanvallen. testosteron lijkt weinig effect te hebben. doordat epitheelcellen in de lenzen, de ogen dus, gevoelig zijn voor testosteron en estradiol, hebben intacte honden een groter risico op staar.

En dus, concluderen de auteurs, moeten dierenartsen hun cliënten goed over risico's en voordelen bijpraten voordat ze een advies geven. " Yet the fact of a neutering risk that excists for certain conditions, most especially in females, cannot be ignored and underscores the need for reflective consultation between the client and the clinician when considering neutering."

 

bron

Correlation of neuter status and expression of heritable disorder

dossier