Vlaanderen pakt fokken met genetische defecten aan
Vooralsnog wordt fokken en handelen verboden voor "Scottish Fold-katten", maar lijst wordt uitgebreid.
Voorlopig zijn het nog alleen katten, maar ook in Vlaanderen lijkt de overheid maatregelen te nemen tegen het fokken met dieren met “genetische afwijkingen”. Vanaf 1 januari 2021 is het voor de zogenaamde Scottish Fold-katten over en uit, ze mogen niet meer gefokt of verhandeld worden.
In een persbericht laat verantwoordelijk minister Weyts weten dat hij “een lijst aanlegt met dieren die niet meer gekweekt of verkocht mogen worden omdat hun erfelijke aandoening voor gezondheidsproblemen zorgt. Vandaag worden nog heel wat dieren bewust gekweekt met een genetisch defect omdat hun onnatuurlijke uiterlijk meer in de smaak zou vallen bij kopers. De populaire ‘Scottish Fold’-katten komen als eerste op de lijst. De korte, naar voren geplooide oren van deze vouwoorkatten zijn eigenlijk een misvorming die bij de dieren tot zware pijnen, chronische artritis en zelfs volledige kreupelheid kan leiden. Dieren moeten niet lijden omwille van een menselijke modegril”, zegt Weyts.
Weyts gaat hiervoor het zogenaamde kennelbesluit, dat de voorwaarden rond de verkoop van dieren vastlegt, aanpassen. Er komen extra verbodsbepalingen. De ‘Scottish Fold’-vouwoorkatten komen als eerste op de lijst met dieren die binnenkort niet meer gekweekt of verkocht mogen worden in Vlaanderen.
“We mogen dieren niet opzadelen met een vreselijke handicap, alleen maar omdat het mooi zou staan op een foto”, aldus Weyts. “Als beschaafde samenleving mogen we niet meer blind zijn voor het dierenleed achter sommige fokpraktijken.”
In Vlaanderen worden nu door 25 fokkers Scottish Fold-katten gefokt, het zou gaan om ca. 600 dieren per jaar. Het Ministerie van Dierenwelzijn laat weten dat het ook verder kijkt: “Wij vinden het een goed initiatief om maatregelen te nemen voor zowel de brachycefale rassen als voor andere zogenaamde hypertypes bij honden en katten.” Directe maatregelen uitsluitend gericht op uiterlijke kenmerken, zoals Nederland nu heeft, zijn nog niet voorzien, zo laat een woordvoerder weten. “Zoals ik het begrijp gebeurt de selectie in Nederland nu op uiterlijke kenmerken, een neveneffect is dat dit nadelig is voor de genetische diversiteit. Daarom zouden we in Vlaanderen eerder opteren voor het testen van de ouderdieren op gezondheid en uithouding, dan enkel en alleen maar te selecteren op uiterlijke kenmerken. Met behulp van een parings-adviesprogramma kunnen dan de beste combinaties gemaakt worden met het oog op de gezondste nakomelingen. Op die manier komt ook de genetische diversiteit van deze rassen niet in het gedrang.”
De problematiek is in Vlaanderen toevertrouwd aan een wetenschappelijke werkgroep begeleid door de dienst Dierenwelzijn van het departement voor dierenwelzijn. In die werkgroep zetelen specialisten dierlijke genetica, dierenartsen, gedragsdeskundigen en fokkerijspecialisten.