Jachthond toont dat u hoog op de sociale ladder staat...
Het is het opentrekken van een lade met vooroordelen, lijkt het. De Britse “etiquette-expert” William Hanson is van mening dat honden en eigenaren niet alleen op elkaar gaan lijken, maar dat de keuze van het ras ook een indicatie geeft van je sociale status. Kies je voor Labradors (de zwarte variant, niet de gele), voor Jack Russells of voor natuurlijk de “koninklijke” Corgi’s (Hanson is een echte Brit en verwijst naar de honden van Queen Elizabeth II, maar onze eigen koning heeft inderdaad een zwarte Labrador, en ook Koningin Mathilde van België had ooit een labrador) dan toon je status en elan. Ook de Beagle, via Meghan binnenkort ook deel van het Brits koningshuis, valt goed. Maar, zegt Hanson, het is meer dan alleen het ras, zelfs de keuze van de naam en de halsband van je hond tonen aan of je Top of Tokkie bent.
En er zijn nog een aantal klasse-honden. De King Charles spaniel, de Springer spaniel, de Whippet. Ook daar kun je als toplid van het establishment mee aankomen. Bijna allemaal ook werkhonden, want dat was waar de upper class graag mee gezien werd. Niet dat ze zelf ooit echt met de honden werkten, het ging om de naam. Maar een jachthond betekent wel een maximum aan sociale pluspunten.
Het bezit van een Dalmatier, Engelse setter, Golden retriever, Weimaraner en Rottweiler plaatsen je aan de bovenkant van de middenklasse, zit je wat meer in de “middenmiddenklasse” dan heb je een ruwharige terrier, een Duitse dog, een wolfshond, een rode setter of een cocker spaniel. Hun wat meer aandoenlijke look door beharing en krullen plaatst hen in die klasse, volgens Hanson dan. Heb je geen hond, dan ben je beslist lagere middenklasse, die hebben een hekel aan de geur van hond.
De nouveau riches, ‘new money’, kiest voor kleine hondjes met een minimum aan energie noodzakelijk voor verzorging, zoals de Yorkshire terrier, de poedel, de West highland White en de Chihuahua. Honden zijn in die groep ook vooral accessoire, en hebben geen praktisch nut, zoals de jachthonden (nou ja, verondersteld praktisch nut) in de hogere klasse.
Diezelfde upper class zal altijd gaan voor de stamboomhond, heeft een adellijk heer dan toch een bastaardkruising, dan is de verklaring simpel, het zijn lurchers, oftewel een kruising windhond met herder of terrier, om snelheid aan intelligentie te paren en zo nog beter te zijn voor het doel. Oh ja, de lower class heeft ook kruisingen uiteraard.
Diezelfde lower class is weinig origineel in het geven van namen. Spot, Fluffie, Whitie, nu ja, de Nederlandstalige equivalenten schieten u zelf wel te binnen. Max, Boef, Fikkie… In de Upper Middle class vinden we ook simpele namen, maar namen die iets minder voor de hand liggen. De honden heten daar Rover, Belcher, Ranger etc. Net daaronder, de gewone middenklasse zeg maar, kiest voor namen die de hond als een soort extra kind klassificeren, Victoriaanse namen, zoals Victoria, Emma, Albert of Jack. En aan de onderkant van de middenklasse zijn het juist namen die erop uit lijken te zijn de sociale status op te krikken, Princess, Duke (hertog), Prince…
En ook de halsband, de upper class heeft hem het liefst praktisch en simpel, of nog beter, helemaal niet. Dat zijn uiteraard de helemaal afgetrainde honden op de landgoederen. Staat de naam van je hond op je halsband, dan hoor je tot de reguliere middenklasse. Bij de hogere klasse staat de naam en het telefoonnummer van de eigenaar op de halsband. Liefst nog twee telefoonnummers, het optrekje in de hoofdstad hoort er ook bij. En wie geld heeft kiest uiteraard juist niet voor allerlei opvallende halsbanden.
Zelfs de manier waarop je over je hond praat, valt onder de klasse-aanduidingsmogelijkheid. Wie een castratie met eufemistische termen “geholpen hond” aanduidt, hoort niet bovenin. De upper class is direct: “zijn ballen zijn eraf gehakt…” En wie de schijn van upperclass wil wekken, spreekt zijn hond niet aan als “doggie” of pup.
Eén hond hebben plaatst je definitief laag op de sociale ladder, want een beetje “klasse” gaat voor drie, vier of meer. De landgoederen zijn groot genoeg toch. Het scheidingshek tussen achterbank en kofferruimte in de Range Rover heeft een keurig hek om hond en nageslacht gescheiden te houden.
En ja, zelfs op hoge leeftijd herkent men de hond van de upperclass nog, want die is dan oud, doof, kreupel, maar houdt stevig vast aan het (goede) leven. En de eigenaar in de hogere klassen hangt aan zijn honden, het verdriet om een overleden hond is lang en heftig, meerdere dagen, in tegenstelling tot het verdriet van de adel over een familielid, daar past slechts een enkel traantje. Op de landgoederen treffen we dan ook vaak een plek aan met kleine kruisjes, want daar liggen alle honden die ooit zo geliefd waren….
bron