Vieze honden blijken toch erg gezond voor ons
Recent nog meldde Merel Langelaar, vice-voorzitter van de Nederlandse Maatschappij voor diergeneeskunde, dat huisdieren toch echt een potentieel gevaar zijn voor zwangeren en kleine kinderen. "Kortom: zwangeren, en de jonge kinderen die zij binnen afzienbare tijd op de wereld zetten, hebben een grotere kans ziek te worden en zoönosen op te lopen. Dat wil zeggen: ziek te worden van hun huisdier. (Volkskrant 25 mei 2017)
Inenten tegen kinkhoest, dat zou alvast beter zijn. en wellicht heeft Mevrouw Langelaar daar volledig gelijk in. anderzijds, voor niet-zwangeren en iets oudere kinderen, gaan er steeds meer wetenschappelijke stemmen op dat al die vieze honden en katten wel eens onvermoede gezondheidseffecten kunnen hebben. Wetenschappers besteden steeds meer aandacht aan onze microben en bacteriën binnenshuis. Zeker omdat we maar al te graag met allerhande schoonmaakmiddelen deze "poel des verderfs" willen elimineren. Maar, zo denken steeds meer deskundigen, met al ons geschrob, gepoets en gezuig zijn we eigenlijk datgene aan het verwijderen dat ons immuunsysteem nou juist helpt sterk te worden en te blijven.
Honden, ze rollen in modder, gras, poep, ze ruiken aan gezichten, achterwerken, en aan hoogst bedenkelijke rommel. En vervolgens brengen ze alle microben die ze daarbij opsnuiven gewoon gezellig mee in huis. En wat blijkt... kinderen die opgroeien tussen honden hebben een minder groot risico op auto-immuunziektes, zoals astma en allergieen. Want, als we 90% van de tijd in microbe-arme omgevingen doorbrengen, vooral op jonge leeftijd, lopen onze lichamen de kans om te overreageren als we plotseling wel blootgesteld worden aan "schadelijke" stoffen.
"Allergies and asthma are both examples of the way that the immune system is misfiring," meent Jordan Peccia, prfessor omgevingsgezondheid aan de Yale Universiteit. "An allergy is our immune system attacking something that it shouldn't attack, because it hasn't been calibrated properly." Volgens Peccia stimuleert de blootstelling aan dierlijke microorganismen tijdens onze eerste drie levensmaanden ons immuunsysteem. En inderdaad, een recent onderzoek in The New England Journal of Medicine laat zien dat Amish-kinderen in Indiana, die leven tussen de boerderijdieren, veel minder vaak astma hebben als kinderen die ook op een boerderij, maar dan op de grote fabrieksmatige bedrijven in Noord dakota opgroeien. Veel "schonere" bedrijven dus. Volgens co-auteur Jack Gilbert omdat wij mensen al duizenden jaren zijn opgegroeid tussen die dieren, en de microben die ze met zich meedragen. Doordat we in de moderne tijd dat contact missen, verliest ons immuunsysteem de kennis om onderscheid te maken tussen vriend en vijand onder de microben. En dus is samenleven met een huisdier de beste oplossing, naast gewoon op een boerderijtje opgroeien tussen de koeien.
En onze thuisomgeving is al niet schoon toch. In een analyse, "The Wild Life of Our Homes" werden in elke omgeving meer dan125.000 verschillende bacterien gevonden, en nog eens 70.000 soorten schimmels. Ieder van ons blaast, krabt, ademt en jeukt nog eens een kleine 38 miljoen bacterien van al die soorten uit per uur. En ondanks dat veel daarvan gelijk doodgaan, zijn er miljoenen die gewoon doorleven... ook op de smartphone of de computer waar u nu op zit te lezen.
Huisdieren, honden vooral, zorgen voor een nog grotere diversiteit in de soortenrijkdom aan kleine enge "beestjes"(strickt genomen zijn bacteriën geen beestjes, maar dat terzijde). Het hebben van een hond levert 56 extra klasses van bacterien op in uw huis. Een kat maar 24.
En niet alle microben zijn gezond. Honden likken leptospirosebacterien op van de urine van andere honden of dieren, en likken vervolgens ons gezicht. Maar toch worden (ook honden niet) we daar niet massaal ziek van, er zijn jaarlijks maar een kleine honderd mensen die leptospirose krijgen, en lang niet altijd via honden. Het specifieke aantal honden met leptospirose is in Nederland overigens onbekend.Katten dragen toxoplasmose met zich mee (gevaarlijk voor zwangeren), schildpadden en kikkers salmonella. Bang worden, welnee, goed je handen wassen.
En zo lijken de voordelen van de huisdierbacteriën de nadelen te overstijgen. Recent noemden we al de microben die in onze spijsvertering terecht kwamen, en daar ook voor extra weerstand zorgen. "Exposure to animal bacteria may trigger bacteria in our gut to change how they metabolise the neurotransmitters that have an impact on mood and other mental functions," meent Gilbert , alhoewel dat onderzoek nog in de kinderschoenen staat.
En al langer is bekend dat huisdieren bij ouderen helpen om gevoelens van eenzaamheid en depressie te voorkomen of verminderen. Maar het is meer dan dit "liefdeshormoon" oxytocyne dat de dieren meebrengen voor onze ouderen. Netzin Steklis, bioloog aan de University of Arizona meent dat ook de spijsverteringsbacteriën meehelpen om depressies te voorkomen.
Honden leven al 40.000 jaar naast ons, maar pas nu beginnen we een beetje te begrijpen hoe ze onze gezondheid beïnvloeden. Wel of niet ongezond, die discussie zal nog wel even doorgaan..
bron