Stadshonden hebben vaker allergieën
Onderzoek heeft al aangetoond dat mensen, die in een erg schone omgeving leven, vaak veel gevoeliger zijn voor allergieën. Feitelijk omdat het lichaam, zeker in de kinderjaren, nauwelijks met allergenen in aanraking komt en dus geen antistoffen en weerstand opbouwt. Volgens onderzoekers zou het hebben van honden daardoor een positief effect op de gezondheid hebben, want die brengen vuil en allergenen met zich mee.
Maar wacht, want nieuw onderzoek heeft aangetoond dat onze huishond, als hij op een flatje leeft, precies diezelfde symptomen vertoont. Honden met een “urban lifestyle” blijken ook veel vaker allergieën te ontwikkelen. Althans, volgens Dr. Jenny Lehtimaki van de Universiteit van Helsinki.
Lehtimaki onderzocht de bacteriën op de huid van twee verschillende rassen, 169 honden in totaal. Daaruit bleek dat de microbiotica op de huisd van de hond zowel zijn dagelijkse leefomgeving (huis, flat, boerderij) als zijn “activiteiten” weerspiegelde (dus zijn levensstijl). Ook werd gekeken naar het voorkomen van allergieen bij de honden. En daaruit bleek dat allergieën bij honden vooral voorkomen bij echte “huishonden” in de steden of verstedelijkte omgevingen, vooral als de honden in “single families” woonden (dus maar 1 persoon in huis) waar ook verder geen andere dieren waren. Honden op het platteland hadden nauwelijks allergieën. Omdat “urban dogs” andere microbiotica op de vacht hadden, blijkt er een verband tussen levensstijl, woonomgeving en allergie. Af en toe “buiten spelen” oftewel met andere microben in aanraking komen was onvoldoende om weerstand op te bouwen, een dagelijks rondje langs het losloop/speelveld werkt niet.
Opvallend is ook dat pups die hun eerste weken op het platteland doorbrengen, om daarna “in de stad” te gaan wonen, minder vaak allergisch zijn dan pups die hun hele leven in de stad wonen, daar dus geboren worden. De blootstelling aan microbiotica in de vroegste fase is dus ook van belang. Dat kan ook iets zeggen –alhoewel dat niet onderzocht is- over pups uit de broodfok, die zelden de box verlaten. En ook bij broodfokkers met schone werpomgevingen wordt dan eigenlijk al een “verkeerde start” gegeven.