• Reuen zijn succesvoller in de showring

Reuen zijn succesvoller in de showring

Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Reuen zijn succesvoller in de showring

vr, 01/18/2019 - 14:41

Er is veel te doen over emancipatie en het zogenaamde glazen plafond waar vrouwen in hun carrière mee te maken krijgen. Maar Australische onderzoekers kwamen er nu achter dat mannelijke honden ook in de showring meer kans maken op de winst dan hun vrouwelijke soortgenoten. De rasgroep werd zelfs vier keer vaker door reuen gewonnen dan door teven.

De onderzoekers verzamelden gegevens van in totaal 1080 showhonden van 12 verschillende rassen die meededen tijdens 18 verschillende shows. De rassen die ze onderzochten varieerden in grootte van populatie en mate van populariteit. Wel kozen ze bewust alleen rassen uit die zeer klein zijn, de toyrassen, of juist zeer groot. Onder de kleine rassen viel de Mopshond, Toy Poedel, Fox Terrier gladhaar, Dwergschnauzer, Norfolk en Norwich Terrier. De grote rassen bestonden uit de Bullmastiff, Rottweiler, Bloedhond, Duitse Dog en Centraal-Aziatische Herdershond. De keuze voor deze rassen had een reden: ze wilden bekijken of er in deze beide extremen in zowel grootte als populariteit een verschil zat tussen de resultaten van reuen en teven. Men keek naar het aantal ingeschreven honden, de honden die beste van hun ras werden en uiteindelijk de eerste en tweede plaatsingen in de rasgroepen.

En de resultaten liegen er niet om. Bij de inschrijvingen is de verhouding tussen reuen en teven nagenoeg gelijk: 48,4% reuen en 51,6% teven. De beste reu en teef nemen het uiteindelijk tegen elkaar op in de competitie om beste van het ras te worden. Hierbij bleken reuen tot anderhalf keer vaker te worden verkozen tot de beste dan teven. 62,8% van de winnaars was reu, slechts 37,2% teef.

De beste van elk ras die uiteindelijk doorstroomt naar de erering voor de groepskeuringen is dus vaker een reu dan een teef. Daar bleken de verhoudingen helemaal zoek te zijn. Onderzoekers richtten zich op de rasgroepwinnaars en de reserve-winnaars per rasgroep. Hier was 78,9% reu en nog maar 21,1% teef.

De motivatie om deze verhoudingen te onderzoeken zijn echter niet gericht op de discussie over emancipatie en gelijkheid. In de kynologie vormt zich een ander probleem, dat van te populaire reuen. Het “popular sire effect” is wereldwijd bekend: een klein aantal reuen zorgen verhoudingsgewijs voor te veel nakomelingen vergeleken met de rest van de populatie. Daardoor worden andere honden te weinig of zelfs helemaal niet ingezet en versmalt de genetische diversiteit in een ras. Dit is een probleem dat tegenwoordig in vrijwel alle hondenrassen in meerdere of mindere mate speelt. Steeds vaker wordt de link gelegd tussen shows en het fokken van honden. Showresultaten zouden een grote invloed hebben op de keuzes die fokkers maken. Met deze gedachte zochten de onderzoekers antwoord op de vraag of showresultaten ook om deze reden het popular sire effect in de hand werken: met een reu is de kans op succes op een show groter dan met een teef. Dit effect bleek overigens bij de kleine rassen groter te zijn dan bij de grote rassen.

Een verklaring voor deze uitkomst hebben de onderzoekers niet, maar ze hebben er wel een idee over: er is geen sprake van discriminatie op geslacht of subjectiviteit van keurmeesters, maar wellicht ligt de fout al in de rasstandaard. Het onderzoeksteam suggereert dat deze gebaseerd kan zijn op het uiterlijk reuen. Hierdoor voldoen deze automatisch gemakkelijker aan de rasstandaard waaraan elke hond tijdens een show getoetst wordt. Een reu is vaak groter en grover gebouwd dan een teef, waardoor ze indrukwekkender tonen en meer opvallen naast de teef in de keuze voor de beste van het ras. Een andere mogelijke reden is dat teven verharen aan de hand van hun hormonale cyclus. Hierdoor is de kans dat een teef tijdens een show uit vacht is en daardoor minder mooi toont aanzienlijk groter dan bij reuen die een meer constante beharing hebben.