• Fokkerij van kortsnuiten definitief verboden

Fokkerij van kortsnuiten definitief verboden

Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

Fokkerij van kortsnuiten definitief verboden

do, 08/24/2023 - 15:11

Vandaag verscheen in de Staatscourant een publicatie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin werd medegedeeld dat het fokken met brachycephale honden verboden wordt. Datum van ingang van deze wet is `de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst`, hetgeen neerkomt op 25 augustus 2023.

Het betreft hier "Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 augustus 2023, nr. WJZ/ 19230636, houdende regels over de toepassing van artikel 3.4, eerste en tweede lid, van het Besluit houders van dieren op honden (Beleidsregel brachycephale honden)".

Er zal voortaan aan deze regel worden gerefereerd als "Beleidsregel brachycephale honden" en de regels zijn de volgende:

1. Wanneer bij het fokken van honden bij ten minste één van de ouderdieren één of meer van de volgende kenmerken aanwezig zijn, wordt dit gezien als een overtreding van artikel 3.4, eerste en tweede lid, van het Besluit houders van dieren:

a.het produceren van een bijgeluid bij de ademhaling in rust; 
b.een matige tot ernstige vernauwing van de neusopeningen;
c.een relatieve neusverkorting met een craniofaciale ratio kleiner dan 0,3;
d.een neusplooi:

  • i.met haren die vanaf de neusplooi het hoornvlies of bindvlies raken of kunnen raken;
  • ii.die nat is; of
  • iii.met ontstekingsverschijnselen in een of beide ogen gerelateerd aan de aanwezigheid van de neusplooi;

e.een oog met oogwit zichtbaar in twee of meer kwadranten; of
f.een ooglid dat niet volledig gesloten kan worden bij het opwekken van de ooglidreflex.

2. Wanneer bij het fokken van honden bij ten minste één van de ouderdieren twee of meer van de volgende kenmerken aanwezig zijn, wordt dit gezien als een overtreding van artikel 3.4, eerste en tweede lid, van het Besluit houders van dieren:

a.een geringe vernauwing van de neusopeningen;
b.een relatieve neusverkorting met een craniofaciale ratio van 0,3 tot 0,5; of
c.een neusplooi die niet in contact staat met het oog.

3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder ‘kenmerk’ ook verstaan een kenmerk dat is weggenomen door middel van een lichamelijke ingreep.

Voor de totale publicatie inclusief uitleg over de gestelde eisen, klik hier.

Artikel 3.4 Besluit Houders van dieren

In het Besluit Houders van dieren staat in artikel 3.4 precies aangegeven waaraan men zich dient te houden als het over fokken van gezelschapsdieren gaat. Kortweg luidt de omschrijving "Het is verboden te fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen wordt benadeeld.".
Maar een dergelijke omschrijving behoeft natuurlijk bredere uitleg, en die wordt ook gegeven. De nu aangenomen maatregel heeft direct betrekking op de toepassing van het verbod op het fokken met brachycephale honden zoals dat 4 jaar geleden werd ingesteld. Het rapport waarop dat besluit werd gebaseerd kunt u hier lezen.
Sinds dit besluit zijn er vier jaren verstreken, vier jaren waarin de fokkers de tijd hadden om gebruik te maken van de regeling die zei dat, mits gecombineerd met een hond met laneger snuit, er gebruik kon worden gemaakt van honden met een te korte snuit, dit in een poging de hoofden naar een andere verhouding te fokken.

Enkele fokkers hebben hier gebruik van gemaakt, een flink aantal heeft dat niet gedaan. Dat heeft mede te maken met het feit dat de Raad van Beheer aankondigde dat men al afspraken had gemaakt een licentie af te sluiten met de Cambridge University en de Engelse Kennelclub om het Respiratory Function Grading Scheme (RFG scheme) in gebruik te nemen. Enkele kortsnuitenrassen distanciëerden zich van dit voornemen, anderen sloten zich er bij aan.
Het gevolg was dat er, tegen de wetgeving in, voor pups toch stambomen werden afgegeven, dit onder voorwaarde van het voldoen van de ouders aan voornoemde test.

Outcross

De fokkers die zich distanciëerden van de handelswijze van de Raad, gingen zelf over tot een andere wijze van fokken. De minister zegt hierover: "Destijds was het toegestaan om een brachycephale hond (waarbij een of meer kenmerken genoemd in art 2, lid 1, aanwezig zijn of twee of meer kenmerken genoemd in art 2 lid 2) te kruisen met een gezonde hond (waarbij geen van de kenmerken genoemd in art 2, lid 1 en lid 2, aanwezig zijn). Ook wel outcross genoemd. Dit om fokkers de gelegenheid te geven om hun ras (rashond met of zonder FCI stamboom) te verbeteren. Inmiddels zijn we 4 jaar verder en kan worden geconstateerd dat fokkers die outcross toegepast hebben deze uitzondering niet meer nodig hebben."

En dus is nu besloten een definitief fokverbod in te laten gaan. Het vorige (gedeeltelijke) verbod ging in op 1 maart 2019, de nieuwe maatregel gaat in op 25 augustus 2023, 4,5 jaar later dus. 
Hoewel er nu dus een definitief en totaal fokverbod is, zal dit de extreme kortsnuiten niet zomaar uit het straatbeeld laten verdwijnen. Voorlopig is het dus afwachten hoe dit zich verder zal ontwikkelen.

 

 

De Raad van Beheer is om een reactie gevraagd maar heeft deze nog niet gegeven.