Duidelijkheid over chippen van rashonden
Onlangs werden rasverenigingen benaderd met mails verzonden door dierenartsen. Het lijkt zo te zijn dat alle rasverenigingen werden benaderd. In deze mails stond foutieve informatie.
De Raad van Beheer kreeg hier vragen over vanuit vanuit de Vakgroep Praktijkhoudende Dierenartsen (VPhD) en liet in reactie hierop weten dat bekend is dat een groep(je) dierenartsen al enkele jaren probeert het monopolie op chippen te verkrijgen.
In de mails werd gezegd dat rashonden ook door dierenartsen mogen worden gechipt.
Maar over het chippen van rashonden is al een aantal jaren geleden een beleid opgesteld door de overheid. Hierbij zijn door diezelfde overheid de buitendienstmedewerkers van de Raad van Beheer aangewezen als formele chippers.
De dierenarts die de genoemde mails verspreidde is benaderd door de Raad met uitleg over de gebruikelijke procedure.
Deze houdt in dat wanneer een fokker dek- en geboorteaangifte doet bij de Raad van Beheer, en dus stambomen aanvraagt, het chippen van de pups onderdeel is van het totale pakket van de dienstverlening. Deze procedure is door de leden en via hen ook de fokkers vanuit de Raad van Beheer vastgelegd, en fokkers gaan akkoord met deze dienstverlening, bij het doen van dekaangifte. Omdat het chippen en identificeren, alsmede het afnemen van een swab voor het opstellen van een DNA-profiel, onderdeel is van de gehele procedure zijn deze diensten bij de prijs voor stamboomafgifte inbegrepen.
Alleen bij hoge uitzondering worden ook chips die door een dierenarts worden gezet, geaccepteerd. Dat is bijvoorbeeld het geval als de Raad van Beheer de pups niet heeft kunnen chippen vanwege besmettingsgevaar, maar de fokker wel moet voldoen aan de wettelijke verplichting ten aanzien van identificatie en registratie.
Een belangrijk punt in dit verhaal is dus met name dat de buitendienstmedewerkers van de Raad van Beheer door de overheid zijn aangewezen als formele chippers.
Dat de buitendienstmedewerkers dit werk doen heeft veel voordelen: alle nesten van stamboomhonden in Nederland worden zo gezien en gecontroleerd en dat geldt ook voor elke locatie. Dit systeem sluit naadloos aan bij de landelijke wetgeving en controle die immers zo wenselijk is om vinger aan de pols te houden en goede omstandigheden te kunnen vaststellen.
Een ander zeer belangrijk gevolg van deze methode is dat de Raad van Beheer gebruik maakt van een eigen chipnummerreeks, beginnend met 52814…. Hierdoor is altijd direct aan het chipnummer te zien of het om een stamboomhond gaat, of niet. Voor de monitoring van rasgebonden ziektes en afwijkingen via o.a. Petscan is de eigen chipnummerreeks van groot belang om waterdicht te kunnen vaststellen of het om een rashond gaat of niet.