Honden en mensen, zelfs hun poep lijkt op elkaar
Elke hond lijkt op zijn eigenaar. Dat wordt nog wel eens gezegd. Trekken we het iets breder, dan zijn honden inmiddels zo gedomesticeerd en op mensen gericht dat ze qua gedrag soms dichterbij komen dan (mens)apen. Maar ook biologisch lijken we steeds meer op elkaar, bijvoorbeeld door onze uitwerpselen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek dat deze week in het tijdschrift Microbiome is gepubliceerd.
Dat op elkaar lijken, gaat niet over de vorm, maar over de inhoud. Het bestuderen van het microbioom is al langer een belangrijke tak van onderzoek. Het is vooral bij mensen, muizen en varkens gedaan. Het microbioom is een massa goede bacteriën die in je darmen, je mond, in je neus en op je handen leven. Je zou het kunnen zien als een virtueel orgaan. Het is een virtueel orgaan, omdat het uit vele miljarden goede bacteriën bestaat. Al die bacteriën bij elkaar – en hun onderlinge relaties – vormen een soort samenwerkend organisme. Het bestuderen van hondenmicrobioom is op zichzelf van groot belang, zegt hoofdonderzoeker Luis Pedro Coelho. Honden zijn immers een belangrijk gezelschapsdier voor de mens.
Uit het nieuwe onderzoek kwam iets onverwachts naar boven met betrekking tot het hondenmicrobioom: de micro-organismen die in de darmen van de hond leven, lijken meer op de microben in ons mensen dan op die in varkens of muizen. Dat suggereert dat honden een beter onderwerp kunnen zijn voor onderzoek naar menselijke voeding dan een van die soorten die vaker worden gebruikt.
Het microbioom van de hond "heeft een aantal dezelfde soorten bacteriën als dat van de mens", zegt Coelho, "maar het zijn wel verschillende stammen." De onderzoekers waren verrast om dit te zien, ze hadden verwacht dat honden een paar bacteriestammen met de mens zouden delen. In plaats daarvan zouden ze qua darmflora neven en nichten kunnen zijn.
Het onderzoek, gedaan in het European Molecular Biology Laboratory samen met Nestlé Purina Research omvatte een steekproef van 32 Beagles en 32 Labrador retrievers. De helft van de honden perk ras had overgewicht, terwijl de andere helft een gezond gewicht had. Vier weken lang kregen alle honden hetzelfde dieet van Purina (sponsor van het onderzoek). Vervolgens verzamelden ze poepmonsters, wat de meest eenvoudige manier is om een momentopname van de darmflora van elk dier te krijgen. Daarna verdeelden ze de honden willekeurig over twee groepen. De ene groep kreeg een eiwitrijk, koolhydraatarm dieet, terwijl de andere groep het tegenovergestelde kreeg. Aan het einde van nog eens vier weken deden ze de poeptest opnieuw.
Vervolgens hebben de wetenschappers het DNA in deze twee snapshots bekeken om de soorten microben te onthullen die in de ingewanden van de dieren leefden. Daarbij ontdekten ze dat de microbiologische samenstelling in de darmen van de slankere honden veel minder veranderde dan die van honden met overgewicht. Dat is belangrijk omdat het bewijs levert voor de manier waarop een 'gezond' hondenmicrobioom zich zou moeten gedragen. Maar hun bevindingen over de relatie tussen microbiomen van mensen en honden is wat Jack Gilbert, een onderzoeker aan het Microbiome Center van de Universiteit van Chicago, echt bijzonder vindt. Gilbert was niet direct betrokken bij dit onderzoek, maar doet wel wetenschappelijk advies voor Purina.
"Honden werden vroeg in de moderne menselijke geschiedenis gedomesticeerd en deelden vaak voedselbronnen met mensen", schrijven de onderzoekers. Die relatie is genoemd als reden waarom spijsverteringssystemen van honden tegenwoordig vergelijkbaar zijn met die van mensen. En we blijven op elkaar lijken – net als bij de mens is het aantal honden met obesitas ook flink gestegen. En door de hoeveelheid mensen met obesitas worden voedingsmiddelen aangepast, light gemaakt en gezonder gemaakt, bij honden kan dat ook een gevolg zijn, nu blijkt dat ze een vergelijkbaar darmfloragedrag hebben. Bovendien, maar dat is voor mensen die niet veel ophebben met dierproeven lastig, zou het bestuderen van honden veel dichter bij oplossingen kunnen liggen dan het bestuderen van muizen of varkens, wat nu de gewoonte is.
Onderzoek naar voedingsgewoontes en effecten bijvoorbeeld. Bij mensen hebben onderzoekers te maken met een aantal problemen, zoals het feit dat jes mensen niet maandenlang hetzelfde te eten kan geven. "Je kunt het dieet van een hond veel meer beheersen dan dat je dat van een mens kunt doen," zegt Gilbert. Hetzelfde geldt voor varkens en muizen, maar het feit dat honden zo'n vergelijkbare microbioom met mensen hebben betekent dat het bestuderen van hun reactie op bepaalde diëten de beste resultaten zou kunnen opleveren.
Het is een onverwachte relatie, zegt Gilbert. Immers, "varkens hebben een zeer vergelijkbaar immuunsysteem als mensen" en zijn meer alleseters dan honden in het algemeen, wat beide kenmerken zijn die het microbioom vormen. Maar de darm van de hond lijkt meer op die van ons mensen dan die van het varken.
Het is nog niet precies bekend hoe het komt dat de microbiomen van honden en mensen zo op elkaar lijken.