Britse COVID-variant ook bij hond en kat aangetroffen
Dieren worden zelf nauwelijks ziek...
De Britse variant, B.1.17, van SARS-CoV-2, het virus dat COVID-19 veroorzaakt, is voor het eerst aangetroffen bij een hond en een kat uit hetzelfde huishouden in Brazos County in de Verenigde Staten. Onderzoekers van de A&M Universiteit in Texas ontdekten het virus bij de beide huisdieren. De dieren zelf waren niet ziek, bij hun eigenaar was twee dagen eerder besmetting met de Britse variant vastgesteld. Wel vertelde de eigenaar later dat beide dieren een korte periode hadden gehad waarin ze wat meer niesten.
Onderzoek naar COVID-virussen bij huisdieren is van belang om te zien of het virus kan overspringen van mens op dier, en zo ja, welk dier. Dit om andere mutaties en besmettingsmogelijkheden in ieder geval te kunnen zien aankomen. Er is bekend dat sommige dieren het virus weer op de mens kunnen overdragen (o.a. nertsen), van honden is dat nog niet aangetoond, bij katten is men onzeker.
Texas kent relatief veel “besmettingen” van huisdieren, maar vooral omdat er in die staat routinematig onderzoek wordt uitgevoerd op huisdieren. Onderzoekers gaan alle huizen langs van mensen die besmet zijn om de aanwezige dieren te testen.
Het doel van de studie is om meer te weten te komen over de overdracht van SARS-CoV-2 tussen mensen en dieren, de mogelijke impact van het virus op de gezondheid van dieren en of dieren een reservoir kunnen zijn voor het virus, dwz het in stand houden in gemeenschappen. "We kijken ernaar uit om onze studie voort te zetten naarmate het vaccinatieniveau bij mensen toeneemt, om erachter te komen of onze huisdieren - die niet gevaccineerd zijn - betrokken kunnen blijven bij de virustransmissiecycli, inclusief de opkomende varianten," zei onderzoeker Hamer.
Sinds juni 2020 zijn meer dan 450 dieren in het gebied van Brazos County getest in de Texas A & M-studie, die allemaal in een huishouden leefden waar ten minste één menselijk familielid positief testte op COVID-19. Van de meer dan 60 dieren die tot nu toe in het onderzoek waren bevestigd met SARS-CoV-2-infectie, vertoonde minder dan een kwart ziekteverschijnselen rond de tijd van de diagnose van de eigenaar. De meest voorkomende symptomen zijn niezen, hoesten, diarree of minder actief zijn dan normaal. Volgens het onderzoeksteam herstelden alle dieren zonder enige behoefte aan veterinaire zorg.
Er wordt aangeraden dat mensen die besmet zijn met COVID uit de buurt van dieren blijven. Dit om de dieren tegen het virus te beschermen, en ook eventuele mensen die met die dieren in contact komen.
dossier