• Zijn honden zich bewust van hun lichaam?

Zijn honden zich bewust van hun lichaam?

Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Zijn honden zich bewust van hun lichaam?

za, 12/14/2019 - 17:10

Ons bewust zijn van onszelf, van ons eigen lichaam. Niets vreemds toch, we kennen ons lichaam, we zijn ons er dagelijks inderdaad van bewust.  Maar onze honden, hoezeer zijn die zich bewust van hun eigen lichaam? Zijn dieren dat überhaupt?

Op enkele uitzonderingen na bestaat er voor dieren geen coherent model om het zelf te vertegenwoordigen. We weten het niet.  En daarom hebben onderzoekers een experiment bedacht om te zien of honden zich bewust zijn van (bepaalde aspecten van) hun eigen lichaam. Om te zien en te bewijzen dat ook dieren een zelfbewustzijn hebben, iets “weten” van zichzelf.  In drie experimenten met gewone huishonden waarin ze geconfronteerd werden met drie verschillende variaties van dezelfde fysieke uitdaging: een opening in een muur waar ze doorheen moesten gaan. De hypothese was dat honden in staat zijn om hun eigen lichaamsgrootte te kennen, waardoor ze verschillend  zullen reageren wanneer ze worden geconfronteerd met openingen die groot genoeg zijn of juist te klein. En inderdaad, honden weten hoe groot ze zijn.

Er werd een kamer gebruikt met daarin een houten schot. In dat schot zat een opening die ofwel te klein was, net groot genoeg of echt groter dan de hond nodig had. Wat bleek, honden liepen aanmerkelijk rustiger af op de te kleine opening, en probeerden er niet doorheen te gaan. Was de opening net groot genoeg, liepen ze sneller, en gingen er doorheen. Bij de “te” grote opening liepen ze het snelst.

Het gebeurde in drie experimenten. In Experiment 1 werden hondenherhaaldelijk blootgesteld aan een te kleine of grote opening, waarna ze aan het einde geconfronteerd werden met een middelgrote opening (nog steeds groot genoeg om door te gaan) ). De onderzoekers  ontdekten dat honden de te kleine opening aanzienlijk trager naderden dan de grote, en de duur om de middelgrote opening te benaderen viel daar tussenin. In Experiment 2 werd de opening geleidelijk verkleind van een comfortabel grote naar een te kleine opening, waar de honden niet doorgingen. En hier ontdekten de onderzoekers  dat de honden snel liepen in de richting van de openingen die groot genoeg waren en die sneller bereikten dan diegene die uiteindelijk te klein bleek te zijn. In de laatste proef, waarbij de opening werd vergroot tot net groot genoeg, probeerden beduidend meer honden erdoor te komen dan in het vorige (te kleine opening) experiment. Ten slotte hebben ze in experiment 3 gevonden dat anatomische kenmerken die meestal de lichaamsverhoudingen beïnvloeden, maar niet het gewicht van een hond (d.w.z. achondroplasie oftewel korte poten), geen effect hadden op hoe honden beoordelen of een opening groot genoeg is. Namelijk, toen ze honden van dezelfde grootte (de opening was hier groot genoeg) een rechthoekige opening in een verticale of horizontale opstelling lieten zien, vonden ze niet dat kortbenige honden de horizontale (dus voor hen nog comfortabele) opening eerder benaderden dan de langbenige honden deden. Door de experimenten in deze volgorde te geven konden de onderzoekers ook bepalen dat honden het echt “per keer” beoordelen, en niet op basis van voorgaande ervaringen. Wel blijkt dat honden het dus niet elke keer door trial en error leren, ze weten feitelijk precies hoe groot ze zijn.

De onderzoekers concluderen dan ook dat honden een geschikt model vormen om systematisch de modulaire opbouw van zelfrepresentatie te bestuderen, van meer basale tot meer complexe manifestaties met een sterke nadruk op de ecologische en evolutionaire aspecten. Lichaamsbewustzijn wordt beschouwd als een van de eenvoudigere, maar fundamentele bouwstenen van zelfrepresentatie, wat vooral belangrijk is in het geval van dieren met een groot lichaam die in complexe omgevingen leven. Met behulp van de experimenten konden we verschillende mogelijke alternatieve mechanismen achter de waargenomen gedragsreacties van honden uitsluiten terwijl we onderhandelden over de taak ‘door een opening komen’; daarom stellen we dat honden in staat zijn om hun lichaamsgrootte weer te geven en dat ze niet noodzakelijkerwijs alleen vertrouwen op het leren over bepaalde openingen of externe signalen; dus nemen ze a priori een beslissing over de geschiktheid van een bepaalde opening. In het geval van hondenrassen met extreme anatomische kenmerken (zoals de korte poten) is nog steeds niet bekend of deze honden een mentaal beeld van hun lichaamsgrootte ontwikkelen, die de ongewoon korte gestalte van deze honden weergeeft, of de mentale template van deze honden eerder lijkt op de grootte van een hond van hetzelfde gewicht maar met benen van normale lengte. Oftewel, ziet een teckel zich nu als een kortbenige hond of als een “normaalbenige” hond?