• Minister Schouten: Nog dit jaar criteria voor fokken met afwijkingen

Minister Schouten: Nog dit jaar criteria voor fokken met afwijkingen

Leestijd
1 minuut
Tot nu toe gelezen

Minister Schouten: Nog dit jaar criteria voor fokken met afwijkingen

ma, 01/29/2018 - 13:13

Nog dit jaar wil Landbouwminister Schouten komen met een betere handhaving op het verbod om schadelijk te fokken met dieren, waaronder honden, met erfelijke afwijkingen. Dat bericht de minister vandaag aan de 2e  Kamer naar aanleiding van vragen van PvdA-kamerlid Moorlag. 

Het verbod op fokken met dieren met erfelijke aandoeningen is in 2014 van kracht geworden, in het Besluit Dieren, maar handhaving is volgens de minister “complex”. Vooral het beoordelen of fokkers hun inspanningsverplichtingen n.a.v. dit verbod wel voldoende nakomen, zo blijkt uit een pilot van de NVWA. “Zeker omdat het hier om een open norm gaat”, aldus Schouten.

Er moeten dus praktisch toepasbare criteria komen, meent de minister. Want het juridisch aantonen dat fokkers hun best niet doen is lastig. En daarom kunnen NVWA en LID onvoldoende handhaven. Als deze criteria er wel zijn, dan kunnen die als handvatten bij de beoordeling op de naleving van het verbod gebruikt worden.

Strafrechtelijke stappen bij fokkers die zich niet aan het verbod houden zijn minimaal. “Er zijn tot nu toe in het kader van eerdergenoemde pilot zes controles bij hondenfokkers uitgevoerd door twee gemengde inspectieteams van NVWA en LID. Bij de helft van de uitgevoerde inspecties was het oordeel «niet akkoord». Deze fokkers hebben een waarschuwingsbrief ontvangen. Daarnaast heeft naar aanleiding van een handhavingsverzoek ook een inspectie bij andere hondenfokkers plaatsgevonden. Ook bij deze fokkers was het oordeel «niet akkoord». Ook zij hebben een schriftelijke waarschuwing ontvangen. Er zullen hercontroles worden uitgevoerd.” 

De NVWA kan vervolgens volgens hun interventiebeleid stappen ondernemen en de zaak aan het Openbaar Ministerie overdragen. De rechter legt dan uiteindelijk een straf op.

Schouten ziet voorlopig niets in de omgekeerde bewijslast, waarbij gefokte dieren, waaronder raskatten en –honden, eerst door een dierenarts gezond moeten worden bevonden voordat ze verkocht mogen worden. “Bovendien zal bij een omgekeerde bewijslast ook behoefte bestaan aan een eenduidige leidraad, wanneer het welzijn en de gezondheid van een dier door het fokken zijn benadeeld.”

Het ministerie werkt samen met enkele betrokken partijen, waaronder de NVWA en Dier & Recht. “Zinvolle bijdragen van partijen zal ik betrekken bij het verder uitwerken van criteria die invulling moeten geven aan het beter handhaafbaar maken van artikel 3.4.”

 

 

bron

Kamerbrieven