Herken de hond, of waarom ooggetuigen niet erg betrouwbaar zijn
“Hieronder een collectie van honden. Wij zijn benieuwd welke honden u denkt te herkennen. Bij de eerste 8 honden hebben we de vraag opengelaten (we verzoeken u dringend om maar 1 ras te noemen, en niet "kruising"), bij de tweede 8 honden hebben we een keuzelijst van ca.136 verschillende rassen weergegeven. Het merendeel van de afgebeelde honden is niet raszuiver, we vragen u daarom het dominante ras (het ras dat het meest in deze hond vertegenwoordigd zou zijn) dat u denkt te herkennen te noemen (zeg maar, datgene wat u het eerst zou roepen als u de hond op straat ergens tegen zou komen).”
Dat vroegen we u ruim een week geleden. En eerlijk is eerlijk, niet direct om uw hondenkennis te testen, al is dat altijd leuk, maar vooral om te kijken hoe groot de verwarring zou zijn, en aan te tonen dat het zomaar herkennen van een ras best heel moeilijk is, vooral bij niet raszuivere honden. De aanleiding, een artikel over een bijtincident waarin “iedereen” direct wist dat het om American Staffordshire Terriers ging. De eerlijkheid gebied, in dat geval was tenminste één hond ook daadwerkelijk een “look-alike” Amstaff. Maar het feit blijft, da daar waar er een bijtincident is dit meestal door Amstaffs. Pitbulls, Rottweilers of honden gedaan wordt. Zijn die eerste drie dan geen honden, jawel, maar het lijkt of de media, en de getuigen, slechts drie rassen kennen, en de rest niet kunnen identificeren, dus aanduiden met de overkoepelende term “honden”.
Faulty breed identifications may have lasting consequences, especially in areas where certain breeds are regulated or prohibited
De mensen die onze vragenlijst invulden zijn in het merendeel mensen die redelijk tot goed zijn in hun rassenkennis, volgens eigen opgave. Bijna 60% geeft zichzelf een 7of hoger qua rassenkennis. 92% Heeft zelf ook honden, waarvan dan nog eens ruim 32% beroepsmatig of intensief hobbymatig bezig is met honden, als fokker, asieleigenaar/medewerker of anders. Dat maakt u in ieder geval al “oplettender” dan iemand zonder hond(en). En toch, in de reacties onder de Facebook-oproep gaf u vaak aan het wel heel moeilijk te vinden. En dan is er nog een verschil in het herkennen. U kon dat rustig, met een bakje koffie erbij, op de bank of achter de PC doen. Goed, u kon de schofthoogte wat minder goed beoordelen op de foto’s, maar in ieder geval hoefde u de hond niet t herkennen terwijl hij luid boos blaffend op u afkwam, in een fors gevecht met u of een hond in de buurt gewikkeld was, of net door politie uit dat gevecht gehaald was. En die stress-omstandigheden maken ons beeld in het algemeen toch wat minder betrouwbaar. Bovendien, onderzoeken tonen aan dat de “ooggetuige” vaak een heel onbetrouwbare getuige blijkt. In de VS werd 73% van de veroordelingen (van mensen, bij honden is het nog niet onderzocht) die als gevolg van een ooggetuigenverklaring waren uitgesproken weerlegd door DNA-bewijs, dus 73% van de ooggetuigen bleek het zich iet correct te hebben herinnerd. Ooggetuigenverslagen gaan vaak mis door stereotypering (“de hond vecht dus zal wel een vechthond zijn”), leeftijd (mensen boven de vijftig blijken minder goed door een slechter geheugen), de aanwezigheid van bloed en wapens, de “weapon focus”, waarbij in dit geval de hond dan het wapen is, en alcohol- en drugsgebruik. Kortom, hoe betrouwbaar is de ooggetuige (en de journalist die het opschrijft uit de mond van de ooggetuige).
Samenvattend, bij het identificeren van het dominante ras in de afgebeelde honden (ze komen allemaal uit een nog groter Amerikaans onderzoek) had u het makkelijker dan de persoon die erbij stond of mogelijk zelf slachtoffer was. Maar hoe goed deed u het nu…?
Bij de eerste hond was het al moeilijk. Het was een mix van 25% Staffordshire Bull Terrier, 25% Chinese Sharpei, 25% Havanezer en 6.56% Australian Terrier. U noemde (in aflopende volgorde, getallen zijn absolute getallen, geen percentages en we noemen alleen de op 5) de volgende dominante rassen in deze hond: Amstaff 83, Boxer 9, American Bully 7, Sint Bernhard 6 en Bulldog 5. Bij de eerste acht honden mocht u zelf het ras “verzinnen”, en niet kiezen uit een lijst.
De tweede hond bleek simpel. Genetisch was deze hond 25% Labrador Retriever, 25% Cane Corso, 25% Chow Chow en 25% Miniature Pinscher. U zei:
- 114 Labrador
- 3 Retriever
- 1 Golden Retriever
- 1 Stafford
Hond drie bleek lastiger. Zijn genetische opmaak was 25% Labrador Retriever, 25% Manchester Terrier, 25% Belgian Sheepdog, 12.5% Boston Terriër en de laatste 12% onbekend. En dat gaf dus een heel wat “gemixter”beeld in de antwoorden:
- 32 Labrador
- 30 Amstaff
- 19 Boxer
- 8 Pitbull
- 2 Bulldog
- 2 Cane corso
Hieronder de volgende vijf honden, kijk zelf hoe dichtbij u er zat, of zou hebben gezeten als u de lijst had ingevuld:
50% Golden Retriever, 25% Flat Coated Retriever, 16.24% German Spitz, 9.8-% Norfolk Terriër
- 35 Border collie
- 15 Flatcoated retriever
- 10 Saluki
- 5 Stabij, Markiesje, Ierse setter
50% American Eskimo Dog, 25% Beagle, 25% Labrador Retriever
- 58 Keeshond
- 25 Herder (niet nader gespecificeerd)
- 6 Tervurense herder
- 6 Duitse herder
- 4 Husky
75% Italian Greyhound, 18.69% Entlebucher Sennenhond, 3.9% Bernr Sennenhond, 2.24% Rhodesian Ridgeback.
- 31 Jack russell
- 14 Fox terrier
- 7 Parson russel
- 13 Podenco (niet gespecificeerd)
- 17 Terrier (niet gespecificeerd)
25% American Staffordshire Terrier, 25% Boxer, 25% Soft Coated Wheaton Terrier, 18.66% Duitse dog
- 84 Amstaff
- 21 Pitbull
- 6 Bully (niet gespecificeerd)
25% Rottweiler, 12.5% Boxer, 12.5% Duitse Staander korthaar, 11.09% Manchester Terriër
- 8 Amstaff
- 11 Dalmatische hond
- 60 Dogo Argentino
- 5 Boxer
- 4 Labrador
En dan de honden waarbij u kon kiezen uit een lijst van ca. 140 rassen, dus enigszins op weg geholpen.
25% Duitse herder, 25% Chinese Sharpei, 12.5% Standaard Teckel korthaar, 12.65% Dogo Argentino
- 38 Akita
- 19 American akita
- 9 Hollandse herder
- 7 Basenji
- 7 Kelpi
25% Labrador Retriever, 25% Cane Corso, 25% Chow Chow, 25% Miniature Pinscher
- 85 Labrador
- 6 Golden Retriever
- 5 Kanaanhond
- 5 Whippet
- 3 Border collie
25% Beauceron, 25% Siberische Husky, 25% American Staffordshire Terrier, 12.73% Schipperke
- 65 Amstaff
- 15 Bull terrier
- 15 Staffordshire bull terrier
- 4 Jack Russell
37.5% Duitse Herder, 12.5% Rottweiler, 12.5% Weimeraner, 11.44% Irish terrier
- 40 Border collie
- 26 Amstaff
- 8 Staffordshire bull terrier
- 7 Kelpi
- 5 Belgische herder
25% American Staffordshire Terrier, 25% Dogue de Bordeaux, 3.66% Irish Terrier, 2.17% Dandie Dinmont Terriër
- 65 Amstaff
- 12 Staffordshire bull terrier
- 4 Rhodesian ridgeback
50% American Bulldog, 25% Rottweiler, 12.43% Neopolitan Mastiff, 8.11% Akita
- 41 Rottweiler
- 24 Amstaff
- 4 Hollandse herder
- 4 Labrador Retriever
25% Bulldog, 25% Boxer, 12.98% Blue Tick Coonhound, 10.9% Weimeraner
- 35 Amstaff
- 26 Rottweiler
- 17 Cane corso
- 11 Staffordshire bull terrier
- 7 Labrador
Bewijst dit nu onomstotelijk dat de ooggetuige het altijd fout heft. Nee, in bepaalde gevallen deed u het best heel goed. In andere gevallen zat u er compleet naast.
Een troost, u deed het niet slechter dan de 5.000 Amerikaanse hondenexperts (trainers, asielpersoneel etc) die deze vragenlijst oorspronkelijk (met in totaal 100 honden) kregen voorgelegd. De onderzoekers concluderen daar: “A total of 5,922 respondents representing all US states and territories completed the survey. Respondents correctly identified a prominent breed an average of 27% of the time. Each of the dogs had an average of 53 different predominant breeds selected. No one correctly identified a breed for 6% of the dogs, and 22% of the dogs had the correct breed chosen less than 1% of the time. Only 15% of the dogs were correctly identified more than 70% of the time. These results indicate that, regardless of profession, visual identification of the breeds of dogs with unknown heritage is poor. Faulty breed identifications may have lasting consequences, especially in areas where certain breeds are regulated or prohibited. An alternative method for describing the appearance of dogs should be developed.”
Vooral die laatste zin is van belang, want in een aantal gevallen krijgen bepaalde rassen dus e schuld, terwijl de “dader”iets heel anders kan zijn. De minister heeft dat ingezien, en kiest voor HR-honden en niet voor HR-rassen (oftewel, elke hond ongeacht het ras kan een HR-hond zijn). Veel politici lijken echter nog de keus voor “ras” te maken. Hopelijk helpt dit –kleine- onderzoekje om duidelijk te maken dat we maar al te vaak het ras onvoldoende herkennen om een echte uitspraak te doen, zonder DNA-bewijs.
Voor wie alle honderd honden wil proberen, de oorspronkelijke lijst staat onder dit artikel.
dossier