De teek: een minuut is genoeg
Zodra de temperatuur stijgt weten hondeneigenaren dat het weer zover is: tekentijd. Boven de 5-6 graden worden de beestjes actief en zul je ze dus vinden op je honden. Teken zitten overal, in gras, struiken, bossen, heide, het plantsoen en ook gewoon je eigen achtertuin. We zijn er in deze tijd van het jaar nog niet zo goed op voorbereid, maar let dus op: het is weer tekentijd!
Teken horen tot de spinachtigen, ze hebben dan ook 8 poten. Ze zijn enorm licht en ze zijn klein, en het lichtste zuchtje wind kan ze dus al verplaatsen. Dat is precies de reden waardoor je zo snel zo’n beestje op je hond hebt. Of op jezelf. Gelukkig zorgt die wind er ook voor dat ze heel vaak ergens anders terugkomen. En dan zullen ze dus weer terug moeten naar die grasspriet of struik, om te wachten op het volgende slachtoffer.
Dat zijn bijvoorbeeld schapen of herten, maar dus ook mensen en honden. De teek gaat op zijn achterste vier poten staan en strekt zich uit naar een mogelijke “gastheer”. Zodra ze dat gelukt is gaan ze op zoek naar een warme plek. Een warme plek is over het algemeen daar waar een bloedvat dicht onder de huid ligt. Denk daarbij aan oksels en liezen. Maar teken laten zich ook makkelijk foppen want ze zoeken vooral naar die warmte. En daarom zitten ze soms dus onder het haarclipje van een langharige hond. Of onder je broeksriem. Daar liggen geen bloedvaten onder de huid maar het is er wel warm. Het maakt de teek niet zoveel uit, het zal alleen wat langer duren voor hij zich volledig heeft volgezogen.
Zoals iedereen wel weet brengen teken ziektes over. Dat mogen wij niet zo fijn vinden, het is in de natuur een belangrijke taak. Ziektes helpen populaties te reguleren: als een populatie herten bijvoorbeeld te groot wordt helpt de teek door besmetten en daarmee doden van de dieren de populatiegrootte binnen de perken te houden. Hoewel mensen dat een onaangename zaak vinden is het wel een zeer effectieve manier van de natuur om de dingen te regelen.
Het probleem voor mens en hond is wel dat teken dus ziektes overbrengen. Je moet ze dus zo snel mogelijk verwijderen.
Hoewel er vaak gezegd wordt dat er geen risico op besmetting is als je binnen 24 uur de teek verwijdert, is dat niet waar.
Het risico neemt na die 24 uur weliswaar aanzienlijk toe, maar ook direct nadat de teef heeft gebeten en dus vastzit, is er al een risico. Een minuut is al genoeg.
Teken hebben drie stadia in hun leven: larve, nimf, volwassen teek. Voor elk van die stadia moet de teek een keer bloed zuigen om zich tot het volgende stadium te kunnen ontwikkelen. De laatste keer bloed zuigen is nodig om eitjes te kunnen leggen.
Waarschijnlijk zijn de nimfen het belangrijkst voor het overbrengen van ziekten. De nimf heeft al een keer bloed gezogen en kan daardoor besmet zijn met een ziekte. Bovendien is een nimf erg klein (ca. 1 mm), zodat je hem makkelijk mist.
In het laatste stadium valt de teek valt door haar grootte veel beter op en zal dus sneller worden ontdekt en verwijderd. Teken zijn voor honden met name gevaarlijk voor de ziektes Anaplasmose, Babesiose, Ehrlichiose en Tekenencefalitis. Voor Lyme zijn de meeste honden niet vatbaar. Wie meer wil weten, lees hier.