• De invloed van halve waarheden

De invloed van halve waarheden

Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

De invloed van halve waarheden

za, 05/03/2025 - 18:44

Michael van der Burg was een van de mensen die door Zembla werd benaderd voor hun recente uitzending over de stand van zaken bij rashonden. Wat volgde geeft een pijnlijk duidelijk beeld over hoe de media  gericht schade aanbrengen. Het laat zien waar journalistieke vrijheid eindigt – en zorgvuldigheid zou moeten beginnen.
Hier volgt Michaels verhaal.


 

Inleiding: van telefoongesprek naar uitzending

Op 30 maart 2025 zond het journalistieke programma ZEMBLA (BNNVARA) een aflevering uit over rashondenfokkerij en vermeende misstanden binnen fokreglementen. Als voorzitter van een betrokken rasvereniging werd ik telefonisch benaderd voor toelichting. Wat volgde, was een uitzending waarin een herkenbaar fragment van mijn stem werd gebruikt – zonder voorafgaande melding of toestemming.

Toen ik ZEMBLA hierop aansprak, gaf de redactie toe dat ik inderdaad niet op de hoogte was gesteld van het opnemen én uitzenden van dat telefoongesprek. Men bood excuses aan, maar vond deze nalatigheid “niet van dien aard” om de uitzending aan te passen of te rectificeren. Deze reactie vond ik niet alleen onbevredigend, maar ook symptomatisch voor een bredere onzorgvuldigheid die bij dit soort journalistiek vaker optreedt.

De Ombudsman: formele schending van de gedragscode

Op mijn verzoek heeft de NPO Ombudsman de zaak onderzocht. Haar oordeel bevestigt wat ik al aangaf:

“Het nalaten van de omroepmedewerker om het gebruik van de opname in de uitzending te melden, is in strijd met de Code Journalistiek Handelen.”

Met andere woorden: ZEMBLA heeft gehandeld in strijd met de eigen journalistieke gedragscode. De Ombudsman stelt dat bronnen (zoals ik) van tevoren horen te weten dat een opname gebruikt gaat worden, zodat zij een geïnformeerde afweging kunnen maken over hun medewerking.

Dat punt is cruciaal. Want wanneer iemand herkenbaar in beeld of geluid verschijnt – zeker in een uitzending waarin gevoelige kwesties worden besproken – dan is toestemming niet alleen een juridische kwestie, maar ook een morele en professionele verantwoordelijkheid.

Wat ging er nog meer mis?

1. Context ontbreekt volledig

Slechts één uitspraak werd gebruikt, terwijl andere belangrijke toelichtingen – zoals het door mij benoemde outcross-beleid van onze vereniging – volledig zijn weggelaten. Hierdoor ontstond een versimpeld beeld, waarin mijn bijdrage gereduceerd werd tot één losse zin die nauwelijks nuance of context bood.

2. Herkenbaarheid zonder naam

De uitzending verwees expliciet naar “de rasvereniging” en riep mensen op contact op te nemen. Mijn naam staat openlijk vermeld als voorzitter op de website. In combinatie met mijn stem was de link voor kijkers eenvoudig te leggen. Zeggen dat ik “niet met naam genoemd werd”, is formeel juist, maar feitelijk misleidend.

3. Geen neutrale selectie – en inhoudelijk onjuiste suggesties

In plaats van gebalanceerde berichtgeving koos men ervoor om enkel uitspraken te tonen die passen binnen het kritische narratief van de uitzending. Dat is op zich toegestaan binnen de wet – journalistieke vrijheid betekent ook keuzevrijheid – maar zorgvuldige journalistiek vergt meer dan een eenzijdige knip-en-plakselectie van uitspraken.

Daarbij is het essentieel om de context van de gebruikte uitspraak te begrijpen. Het fragment waarin mijn stem werd gebruikt, betrof een reactie op de stelling dat een hond met een HD-B beoordeling (heupdysplasie, graad B) een milde vorm van HD zou hebben en dus "ziek" zou zijn. Deze redenering is echter inhoudelijk onjuist en misleidend. Een HD-B uitslag is onderdeel van een risicoscreening, bedoeld om inschattingen te maken over de kans op het ontwikkelen van HD, niet om de hond als klinisch patiënt te classificeren. Bovendien zijn HD-beoordelingen mensenwerk: foto’s worden beoordeeld door beoordelaars, wat subjectiviteit en variatie impliceert. Een hond met een HD-B hoeft in de praktijk geen enkele klinische beperking te hebben. Door dit belangrijke nuanceverschil volledig weg te laten, wekt de uitzending de indruk dat iedere HD-B hond ziek is — een onwetenschappelijk en ongenuanceerd standpunt.

ZEMBLA stelt zich daarbij te baseren op “deskundigen”, maar licht nergens toe wie deze deskundigen zijn, welke achtergrond of ervaring zij hebben op het gebied van erfelijke aandoeningen of heupbeoordelingen bij rashonden, of hoe hun uitspraken zich verhouden tot bestaande veterinaire richtlijnen. Dat gebrek aan transparantie is zorgwekkend, want het publiek krijgt zo een gefilterde en mogelijk eenzijdige interpretatie voorgeschoteld zonder zicht op de betrouwbaarheid van de bron.

4. De vrijwilliger als mikpunt

Deze werkwijze heeft voor mij persoonlijk geleid tot aanzienlijke persoonlijke gevolgen, waaronder ongemakkelijke reacties, verwarring binnen mijn directe kring en een verslechterde verstandhouding met betrokkenen. Maar ook in bredere zin schaadt dit soort journalistiek het vertrouwen van vrijwilligers en bestuursleden die zich maatschappelijk inzetten en daarbij open staan voor dialoog. Wie wil er nog meewerken aan interviews als je stem zonder overleg wordt gebruikt en je boodschap wordt uitgekleed tot een enkele quote?

Waar ligt de grens?

Niemand betwist het belang van kritische journalistiek. Onderzoeksprogramma’s zoals ZEMBLA hebben een waardevolle rol in het aan de kaak stellen van maatschappelijke misstanden. Maar er bestaat een grens tussen kritisch en respectloos, tussen graven en grijpen. In dit geval is die grens overschreden.

Wat ZEMBLA nalaat te erkennen, is dat journalistieke vrijheid niet hetzelfde is als journalistieke willekeur. Wanneer men bewust kiest om iemands stem herkenbaar te gebruiken, zonder context of volledige weergave van relevante toelichting, en zonder voorafgaand overleg, dan is dat geen stevig journalistiek optreden, maar een vorm van manipulatieve montage. Dat ZEMBLA daar juridisch wellicht mee wegkomt, betekent niet dat het moreel of professioneel verantwoord is.

Bovendien speelt hier een machtsverschil dat ZEMBLA totaal negeert: een professionele redactie met toegang tot zendtijd, montage en invloed tegenover een vrijwilliger die uit betrokkenheid reageert op een telefoontje van een redacteur. Er is in de praktijk nauwelijks ruimte voor tegenwicht, weerwoord of controle op hoe een bijdrage uiteindelijk wordt verwerkt. Die verantwoordelijkheid ligt dan ook bij de redactie — en die heeft ZEMBLA in dit geval onvoldoende genomen.

Daar komt bij dat ZEMBLA opereert als onderdeel van het publieke bestel, gefinancierd met gemeenschapsgeld. Daarmee mag extra journalistieke zorgvuldigheid worden verwacht — niet minder. Het feit dat men toegeeft de gedragscode te hebben geschonden, maar daar vervolgens geen enkele consequentie aan verbindt, ondermijnt het vertrouwen dat burgers moeten kunnen hebben in publieke journalistiek. Het roept de vraag op hoeveel ruimte er eigenlijk nog is voor genuanceerde bijdragen, als deze toch worden uitgefilterd zodra ze niet in het vooraf gekozen verhaal passen.

Foto: