• Bijtincidenten, onderbuikgevoel van politici helpt niet

Bijtincidenten, onderbuikgevoel van politici helpt niet

Leestijd
8 minuten
Tot nu toe gelezen

Bijtincidenten, onderbuikgevoel van politici helpt niet

vr, 08/23/2019 - 12:48

In de nasleep van het –verschrikkelijke- incident in Rotterdam buitelen politici en bekend tegenstanders van de “HR-rassen” (de term die niet meer bestaat) alweer over elkaar heen in de haast het onderbuikgevoel te exploiteren. Van “wapenvergunning” voor het bezit van “vechthonden” tot het laten uitsterven van rassen door een fokverbod. Er is een minder donkere zijde, de minister houdt vast aan de mening dat er wel HR-honden (ongeacht van welk ras) bestaan, maar geen HR-rassen. Het is individueel bepaalt.

Since the 1990s, the American Pit Bull Terrier has been portrayed as a monster, and recorded as the archetype of canine evil, predators of the defenseless, and unpredictable companions that kill and maim without discretion (Richardson, 2002.) Coverage by the media has had a tremendous impact on promoting the image of the pit bull as an aggressive creature that is bent on attacking viciously.

Als die onderbuik-poilitici (zelfs zonder dat er verkiezingen aankomen) zich enigszins hadden ingelezen hadden ze kunnen weten dat ras-maatregelen simpelweg geen oplossing zijn. Het Davalo-rapport (link) meldt dat ,maar ook uit de evaluatie van de RAD (Regeling Agressieve Dieren) in 2008 komt dit al naar voren. Een ras is niet specifiek agressief (al kunnen in verkeerd gefokte bloedlijnen wel meer agressie voorkomen, maar dat zou mutatis mutandis dus ook gelden voor het fokken met agressieve teckels of chihuahua’s),  een hond gaat door het lint. En zelfs dat laatste is zelden “plotseling en onverwacht”.  De tekenen zijn er, maar de mens tegenover de hond ziet die tekenen niet. Bovendien gaat het –zo blijkt uit de literatuur- in 99,9% van de gevallen om uitgelokte agressiviteit.

For several decades, pit bulls have been demonized by the press, which frequently has presented graphic and traumatic images of attacks on children, adults, and other animals.

Het aantal bijtincidenten in Nederland ligt al jarenlang op ca. 150.000 per jaar.  Nog de RAD, nog een andere maatregel heeft ooit effect gehad op dit aantal. Nu lijkt 150.000 veel (66% vindt overigens binnenshuis plaats) maar, zo stellen de onderzoekers van de RAD al in 2008: “Het aantal bijtincidenten lijkt met 150.000 per jaar op het eerste gezicht misschien groot, maar hiervan bestaat twee derde uit minder ernstige incidenten die geen medische zorg vereisen. Ernstige incidenten die uitlopen op opname in een ziekenhuis (230 per jaar) of overlijden (1-2 per jaar) doen zich slechts zelden voor.”

Over de afgelopen jaren zijn 21 doden te betreuren. Ook dat aantal stijgt of daalt niet. Het ene jaar 2, het jaar er op 0. Tijdens het voerbod op agressieve rassen en kruisingen, de RAD, overleden er jaarlijks 0,74 mensen, evenveel als in de periode daarvoor. Na afschaffing van de Rad daalde dat aantal naar 0,23 mensen per jaar (zie afbeelding).  Het –relatieve- merendeel van de slachtoffers waren kinderen.  In de periode van 25 jaar tot 2008 overleden relatief meer kinderen. “In acht gevallen betrof het jonge kinderen; van al deze incidenten kon gedetailleerde informatie worden gevonden. De overige 21 slachtoffers waren volwassenen, waarvan slechts in 6 gevallen gedetailleerde informatie kon worden achterhaald. Van de dodelijke slachtoffers werd 64% (9 van 14) gebeten door een hond uit het eigen huishouden en in 8 van de 9 gevallen gebeurde dit in of rond het eigen huis. Bij de helft van de bijtincidenten met minderjarigen was geen volwassene aanwezig. Dit beeld komt overeen met wat er in de wetenschappelijke literatuur over bijtincidenten is geschreven. Kinderen worden vooral gebeten door honden die zij kennen  en de meeste bijtincidenten spelen zich af in het eigen huis of in de directe omgeving. Uit Belgisch onderzoek naar de toedracht van bijtincidenten bleek verder dat twee derde van de bijtincidenten (67%) door het slachtoffer werd uitgelokt. Kinderen kunnen normaal hondengedrag niet goed interpreteren en beseffen niet welk risico zij lopen wanneer zij met honden omgaan.

The appearance of these dogs is often intimidating and therefore it can be appealing to people who are searching for a "macho" status symbol; as a result, unscrupulous breeders have been tempted to produce dogs that do not have the sociable traits that were characteristic of the original breed of pit bulls. In addition, irresponsible owners who are focused on using their dogs to fight have reinforced the behaviors that demonstrate aggression and a drive towards inflicting pain and injury. This is in contrast with the original breeders of pit bulls, who were very proud of the fact that their dogs were trustworthy as well as friendly to people.

De privacy-wetgeving is zo ingesteld dat slechts zelden de achtergrond van een bijtincident naar buiten komt. In Rotterdam melden buren dan nog dat de honden mogelijk te kort uitgelaten werden. De Universiteit van Wageningen concludeerde in 2017 dit “In de huiselijke kring zijn kinderen vaker het slachtoffer dan volwassenen, onder andere als het toezicht van volwassenen (ouder) tekort schiet. Een beet van een bekende hond wordt, vaker dan die van een minder bekende hond, beschouwd als onbedoeld en als ongelukje. Het aantal meldingen van dit soort incidenten zal daarom relatief laag zijn. In de publieke ruimte zijn volwassenen vaker dan kinderen het slachtoffer. De aanleiding voor een bijtincident is daar divers, variërend van het scheiden van vechtende honden tot langs de hond lopen, rennen of fietsen. Over de context waarin honden het slachtoffer zijn van een bijtincident is in de literatuur vrijwel niets bekend.”

Enkele onderzoeken kijken wel –voorzichtig- naar de omstandigheden. Bradley (2014) geeft aan dat een aantal bepalende factoren vaak samengaat bij een bijtincident. Dit zijn het niet aanwezig zijn van een persoon die op een juiste manier weet te interveniëren, het slachtoffer heeft geen band met de hond, de hond is niet geneutraliseerd, het slachtoffer is door leeftijd of fysieke conditie niet in staat om de hond op een voor deze niet bedreigende manier te benaderen, de eigenaar van de hond houdt de hond als erfhond en niet zozeer als huisdier, voorafgaand aan het bijtincident werd de hond al niet goed gemanaged en/of was er sprake van misbruik of verwaarlozing van de hond. Rosado et al. (1995) hebben de context van 169 bijtincidenten (van de in totaal 4.186 onderkende bijtincidenten) in hun publicatie opgenomen waaruit blijkt dat de oorzaken divers waren variërend van reactie op behandeling bij de dierenarts, tijdens het scheiden van vechtende honden of alleen langs de hond lopen, rennen of fietsen. Een derde van deze bijtincidenten gebeurde tijdens het helpen van een hond of het uit elkaar halen van vechtende honden. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden dat de mens zeker niet altijd een bewust doel is voor de bijtende hond. Ook uit de studie van Cornelissen en Hopster (2010) komt dat bijna een derde van de bijtincidenten als ‘onbedoelde beet’ kan worden beschouwd.

Samenvattend, zo goed als  alle bijtincidenten zijn het gevolg van interactie, verkeerde interactie, tussen mens en dier. Een “aanval uit het niets” is een zeldzaamheid. Daar komt nog bij dat voor de “gevaarlijke” rassen, deze vaak een te grote aantrekkingskracht hebben op juist die mensen die beter helemaal geen dier zouden moeten hebben, mensen die de hond slechts als verlengstuk zien van een bepaalde status.  Helaas trekken de imponerende rassen, de “HR-honden”, vaak dit soort mensen aan. De sterke anti-site Dogsbite.org stelt niet geheel onterecht dat “There is no denying that dangerous people are attracted to dangerous dogs. These same people also have a higher likelihood of being irresponsible owners. “  Dat is niet te vertalen naar “elke eigenaar met een “vechthond”  is een slechte eigenaar, verre van dat, maar omgedraaid wel “onverantwoordelijke eigenaren kiezen vaker een HR-hond”.  En dan, terecht opgemerkt, honden van even onverantwoordelijke fokkers, die ‘nog nooit gehoord hebben van’ verplichte gedragstesten en erfelijkheid.  Opnieuw door onze strenge wetten op privacy en gebrekkige registratie van bijtincidenten, de cijfers kunnen niet getoond worden waaruit dit onomstotelijk blijkt.  Het verplichte hondenrijbewijs (zoals Wallonië dit inmiddels kent) is in Nederland nog ver weg, als het al komt, maar je zou gaan kiezen voor zowel een verplichte fokcursus als een hondenrijbewijs, om daarmee de balkonfok door “hondentokkies” te voorkomen.

However, people who are skilled in the control and behavior of canines all say that prohibitions on specific breeds are reactionary and ineffective because they fail to focus on the real root of the problem: irresponsible and risk-taking owners. This argument states that if certain breeds are banned, then those same people will simply choose other breeds to fight, intimidate others, and prevent the dogs from being socialized properly.

En dan nog de andere kant. Bijtincidenten in de media worden gedaan door Pitbulls, American Staffordshire terriërs, Rottweilers, Vechtmachines (RTL Editie NL gisteravond) of –heel soms-  door ‘honden’. Die laatsten zijn dan alle honden van teacup Chihuahua tot Duitse Dog. Klopt dat ook met de aantallen?

Van 12 bijtincidenten met dodelijke afloop (rapport 2008 over de RAD)  is het ras of type van de daders bekend. In drie gevallen betrof het honden van het type pitbull terriër, in 2 gevallen Rottweilers (in een van deze gevallen werd het slachtoffer aangevallen door twee Rottweilers). De overige 7 incidenten werden veroorzaakt door 7 verschillende rassen/typen: Belgische herder, bouvier des Flandres, Jack Russell terriër, mastino Napoletano, sint-bernard, Siberische husky, en een bastaard.

In een onderzoek van TNS/NIPO  werden zowel gegevens verzameld over het hondenbezit als over bijtincidenten. Uit deze gegevens werd berekend welke rassen bovengemiddeld vaak bijten. De lijst wordt aangevoerd door de Weimarse staande hond en de Airedale terriër. De pitbull terriër komt in dit overzicht niet voor omdat het geen door de FCI erkend ras is, maar de nauw verwante American Staffordshire terriër wordt wel genoemd. Dit ras staat op de 8e plaats, direct achter de Rottweiler. Andere rassen/typen die significant vaker betrokken zijn bij bijtincidenten dan op grond van hun geschatte voorkomen in Nederland mag worden verondersteld zijn de bull terriër, de Leonberger, de Dalmatiër, de Dobermann, de border terriër, de Duitse en de Belgische herder, de bouvier en de Jack Russell terriër.

Het RAD-rapport 2008 stelt: “Deze cijfers geven duidelijk aan dat bepaalde rassen/typen honden opvallend vaak zijn betrokken bij bijtincidenten, maar er kan niet uit worden afgeleid hoe groot de percentages 'bijters' en 'niet-bijters' zijn binnen deze rassen/typen. In de dossiers van het parket Rotterdam zijn hierover wel gegevens te vinden met betrekking tot de pitbull terriërs. Van de 347 zaken met betrekking tot art. 73 GWWD en/of 425 Strafrecht ging het in 37 zaken om hond-bijt- Hondenbeten in perspectief 10 mens incidenten, waarbij in 26 gevallen een hond van het type pitbull terriër was betrokken. Dit betekent dat pitbull terriërs verantwoordelijk waren voor 70% van de hond-bijt-mens incidenten, maar van het totaal aantal in beslag genomen pitbull terriërs was 'slechts' 7% betrokken bij een dergelijk incident. Dit is beduidend hoger dan het percentage pitbullachtigen dat in het onderzoek in Berlijn was betrokken bij bijtincidenten: voor pitbull terriërs was dit 1,74% van alle honden van dit ras en voor de nauw verwante Staffordshire bull terriër 1,68% .11 Deze percentages waren vergelijkbaar met die van andere als 'gevaarlijke' beschouwde rassen/typen zoals herdershonden (1,76%), Dobermanns (1,60%) en de Rottweilers (1,49%). Ter vergelijking enkele gegevens uit hetzelfde onderzoek over rassen die bekend staan als 'ongevaarlijk': van de golden retrievers was 0,34% betrokken bij bijtincidenten en van de Labrador retrievers 0,53%.”

Oftewel, als er een bijtincident is is er vaak een “HR-achtige” (nog maar even zo bij gebrek aan een goede omschrijving) bij betrokken, maar van het totaal aantal van die honden zijn er maar heel weinig bij een bijtincident betrokken. 98% van alle “Vechthonden” doet niets. En toch wil de politiek 100% van deze rassen laten uitsterven. Een vergelijk, Mannen tussen de 35 tot 49 jaar zijn in 2017 het vaakst in overtreding door het rijden met drank op (2,1 procent).Drankrijders zijn jaarlijks verantwoordelijk voor ca. 140 verkeersdoden (oftewel 140 keer gevaarlijker dan honden).  De politieke oplossing: verbied mannen tussen de 35 en 49 jaar om een auto te besturen. Iets met bosjs en veiligheid in Amsterdam zeg maar…

Bradley (2014) geeft in een beleidsnotitie aan dat pogingen om met rasspecifieke wetgeving de kans op bijtletsel verder te verkleinen niet kunnen worden verdedigd op grond van enig wetenschappelijk bewijs. Zulke wetgeving is volgens Bradley derhalve arbitrair en elimineert bepaalde typen honden met stelselmatige willekeur zonder enig bewijs dat ze ooit een mens hebben beschadigd. Ook Kaspersson (2008) betoogt onder de titel ‘On treating the symptoms and not the cause’ dat er onvoldoende wetenschappelijke basis is voor rasspecifieke wetgeving. Zij concludeerde dat de focus te veel ligt bij ras/type en te weinig bij eigenaren en context en dat dit de mythevorming rond ‘status dogs’ en ‘weapon dogs’ in stand houdt. Tot een vergelijkbaar standpunt komen Arluke et al. (2017) op basis van een analyse van inhoud en taalgebruik van 156 artikelen over hondenbeten, geschreven door professionals uit de humane gezondheidszorg.

En ja, dan is er nog dat dingetje…   hoe weten we welk ras het eigenlijk is…  Een zeer ingelezen hondenliefhebber kan zomaar de bijna 400 erkende FCI-rassen herkennen, maar ook in een situatie waarin er 1, 2 of meer donkere schimmen blaffend op hem aflopen?   Laat staan de qua hondenkennis onwetende handhaver of buurman?  Niet voor niets concluderen meerdere onderzoeken dat “zelfs als het rasgenoemd is het nog heel onduidelijk is of dat ras het ook daadwerkelijk was”. We dagen  u uit uw eigen rasherkenning (zonder dat een hond in het halfduister op u afvliegt) eens te testen… Herken de hond.

Samenvattend, elk bijtincident is er één te veel. En niemand moet zijn eigen hond, zeker als die 30+ kilo is en vooral spieren, onderschatten. Maar onderbuik gevoelens aanwakkeren met rasverboden is nu en zal straks niet de oplossing zijn. De onverantwoordelijke eigenaar komt met iets anders, agressie kun je in elk ras infokken. Zelfs in mensen.  Verplichte scholing, meer controle op fokken (agressie mag beslist op de lijst van ongezonde fok-eigenschappen), betere en uitgebreidere registratie en wellicht snellere interventie (Apeldoorns hondenmeldpunt) en (vanaf medio volgend jaar) houdverboden voor hen die niet willen leren zal wellicht het aantal hondenbeten niet doen afnemen, maar hopelijk wel de ernst.

De engelse quotes in dit artikel zijn van Teresa Beeton, "The demonisation of the Pit Bull"

Het RAD-rapport en het WUR-rapport vindt u onderaan dit artikel

Bijtincidenten, onderbuikgevoel van politici helpt niet