• Minister: snel onderzoek naar prevalentie Brucellose
Leestijd
7 minuten
Tot nu toe gelezen

Minister: snel onderzoek naar prevalentie Brucellose

ven, 05/10/2019 - 16:45

Minister Schouten van Landbouw  gaat op kort e termijn starten met een zogeheten prevalentieonderzoek, een onderzoek naar hoe vaak Brucellose Canis voorkomt in Nederland. Dat laat een woordvoerder van het ministerie van LNV weten naar aanleiding van vragen van Dogzine.

“Om goed te kunnen bepalen of er aanvullend beleid nodig is voor B. canis is eerst aanvullend onderzoek nodig. Daarom starten de Wageningen Biovetinarry Research (WBVR) en de faculteit Diergeneeskunde binnenkort aan een prevalentieonderzoek om in beeld te krijgen in welke mate de ziekte in Nederland voorkomt. Daarbij is de humane gezondheidszorg (VWS, RIVM en GGD), onder andere via onze integrale humaan-veterinaire risico analysestructuur, goed aangesloten.”  Afhankelijk van wat er uit dat onderzoek komt, zal de minister eventueel aanvullend beleid maken voor de aanpak van Brucellose Canis in Nederland.


Dit artikel is een premium-artikel,beschikbaar voor abonnee's van ons blad en website-abonnee's. Het vervolg van dit artikel kunnen abonnees lezen.

Wilt u toegang, kijk dan hier voor de mogelijkheden


 


De minister geeft hier deels ook uitvoering aan het advies over Brucellose Canis dat eind 2017 is uitgebracht door het Deskundigenberaad Zoönosen. Die adviesraad concludeerde in 2017 dat het erg onduidelijk gesteld was met Brucellose. Begin februari 2018 werd de tweede brief met erratum gestuurd. Juni vorig jaar liet de minister van Medische zorg en Sport, Bruno Bruins, de kamer weten het advies te gaan bekijken.

incidentie, bron RIVM

Aanleiding voor het advies was toen de besmetting van in totaal 13 honden met deze ziekte, stuk voor stuk honden geïmporteerd uit Oost Europa.  3 Honden zijn geëuthanaseerd, 4 zijn er behandeld, de zes overige honden “zijn bekend bij de NVWA, maar worden verder niet meer gevolgd. De NVWA heeft wel de mogelijkheid de eigenaren te benaderen als dat noodzakelijk is.”

Weinig positief

De brief van het deskundigenberaad is weinig positief. “Het referentielaboratorium voor de veterinaire diagnostiek van Brucella waaronder B. canis is WBVR. Er zijn daarnaast enkele andere laboratoria die veterinaire diagnostiek voor Brucella (kunnen) uitvoeren; er is echter onvoldoende zicht op de kwaliteit van deze diagnostiek. Daarbij is niet duidelijk of de meldingsplicht na een positieve uitslag voldoende nageleefd wordt. “   Oftewel, er is één laboratorium met betrouwbare tests, maar of elke hond die Brucellose heeft als zodanig wordt gemeld of zelfs maar herkend is op zijn zachtst gezegd vaag.  En, zo stellen de experts “Op dit moment is de exacte situatie van Brucellose canis bij honden in Nederland onduidelijk omdat er geen importcontrole of monitoring plaatsvindt. Mogelijk is er sprake van een onderschatting van het werkelijk voorkomen van deze verwekker. Complicerende factoren zijn dat de incubatieperiode van B. canis zeer lang kan zijn, de klachten van een Brucella-infectie aspecifiek zijn, een deel van de infecties zonder klachten verloopt en er onvoldoende inzicht in de kwaliteit van de diagnostiek is (zie bovenstaand). Daarnaast is er onvoldoende kennis van het voorkomen van transmissie en de transmissiekans onder honden.”

Samengevat, er kunnen veel meer honden zijn met deze aandoening, en we weten niet goed hoe het wordt overgedragen. Des te zorgelijk is het dan dat de NVWA nu al drie maanden op zoek is naar de verkochte pups van de getroffen fokker, en dan de eigenaren, indien ze zijn opgespoord, adviseert om niet met de honden te gaan fokken. Terwijl overdracht van de bacterie –met onbekend lange incubatietijd- door onder andere slijmvliezen zou kunnen plaatsvinden.

Er zijn dus volgens die experts diverse knelpunten. Zoals het gebrek aan zicht op honden die worden geïmporteerd uit Oost Europa, een trend die toeneemt, er komen steeds meer honden daar vandaan. “De NVWA geeft daarnaast aan dat er in een aantal Oost-Europese landen een sneltest voor Brucella spp gebruikt wordt bij de import van honden. Uitslagen van deze testen zouden dan bepalen of een hond wel of niet verhandeld wordt en dus Nederland binnenkomt. Het is onbekend welke sneltesten hiervoor gebruikt worden, door wie, wat de kwaliteit ervan is en of ze aan bepaalde kwaliteitscriteria moeten voldoen. Het DB-Z constateert dat er onvoldoende bekend is m.b.t. deze testen en m.b.t de regelgeving in landen waar deze testen gebruikt worden.”

Daarnaast is er geen enkel zicht op hoeveel honden nu daadwerkelijk deze ziekte hebben. Is dat beperkt tot die 13 uit 2016 en de honden van nu, of lopen er (veel) meer rond?  Bovendien, er is geen bestrijdingsplicht. Met andere woorden ,als je dierenarts al  B.Canis aantreft bij je hond, mag je ook met je onbehandelde hond het pand uitlopen en vrolijk verder gaan, op shows, sportevenementen, het lokale hondenspeelveld etc.  De kosten, ca. 50 euro (meetmoment 2017) zouden voor eigenaren ook een rem zijn om de hond te laten testen. In andere landen is die bestrijdingsplicht er wel (in Verenigd Koninkrijk is het advies bevestigde gevallen te castreren (testis is plaats van vermeerdering van Brucella) ofte euthanaseren.) In Nederland geldt bestrijdingslicht alleen voor de drie andere varianten van Brucellose, die voor landbouwdieren.

Advies

Het advies van de experts in 2017 was dan ook duidelijk.  Maak B.Canis aangifteplichtig en bestrijdingsplichtig, zorg dat dierenartsen B. Canis kunnen herkennen en voer een onderzoek uit naar het voorkomen van de bacterie bij Nederlandse honden in zijn algemeen. Dit om in ieder geval inzicht te krijgen in hoe vaak de ziekte nu voorkomt.

Destijds reageerde  minister Bruno Bruins van Medische Zorg en Sport, waar dit opvallend genoeg onder viel,  lauwtjes.  “De minister van LNV zal bezien wat de mogelijkheden zijn voor een dergelijk onderzoek. Meer informatie over prevalentie kan gerichte communicatie of maatregelen mogelijk maken, indien nodig. Omdat de honden met B. canis waarschijnlijk allen afkomstig waren uit Oost Europa, heeft de Chief Veterinary Officer contact opgenomen met haar collega’s in deze landen. Hiermee is een stap gezet in het voorkómen van introducties van Brucellose bij honden in Nederland. Naar aanleiding van deze casus is een Vetinf@ct-bericht opgesteld met als doel dierenartsen te informeren over de ontwikkelingen rond B. canis.” 

Maar nu er –in januari al- opnieuw Brucellose is vastgesteld, wordt er dan toch onderzoek opgestart naar hoe vaak Brucellose voorkomt.  Een bestrijdingsplicht en eventuele verscherpte controle wordt door de minister nog niet genoemd.

Achterhalen pupkopers

Toch blijven er in deze zaak ook vragen over. Waarom duurt het zo lang om de pupkopers bij deze fokker te achterhalen. Immers, de wet schrijft voor dat je hond gechipt is, en geregistreerd. Het ligc schrijft “Valt uw hond onder deze chip- en registratieverplichting (honden geboren na 2014), dan bent u voor de rest van het leven van de hond verplicht de registratie actueel te houden. Klopt de registratie van uw hond niet, dan riskeert u een boete. Bij aankoop moet u binnen 14 dagen het chipnummer op uw naam laten registreren. De fokker of verkoper moet binnen 14 dagen na de verkoop zijn registratie stopzetten. U moet vervolgens elke wijziging, zoals een adreswijziging, maar ook overlijden of verkoop van de hond, binnen 14 dagen doorgeven aan de databank.”  Zou dit correct gebeurd zijn, dan was het achterhalen van de pups een fluitje van een cent. De NVWA wil hier verder echter niks over zeggen. “De tracering van eigenaren kost ons inderdaad tijd. We verwachten dat dit traject snel is afgerond. Het gaat hier om pups en zoals je weet is het risico dat deze dieren – mochten zij de bacterie in hun systeem hebben wat nog maar de vraag is - andere honden besmetten pas aan de orde is als ze ouder zijn (rond de voortplanting). Wat wij de eigenaren van de pups gaan adviseren is om niet met deze pups te fokken. Wil men dit wel doen, dan alleen als bekend is dat de dieren niet besmet zijn met de bacterie. Meer kunnen we hier op dit moment niet over zeggen.”   Zeker op internet speelt de discussie stamboomhond – lookalike/rashond. Maar, een stamboom zou je als nieuwe pupeigenaar toch willen overschrijven als je (veel) geld voor een stamboomhond betaald? De Raad van Beheer heeft de NVWA inmiddels haar hulp bij het opsporen van de pups aangeboden. Als het daadwerkelijk om stamboomhonden gaat, zou dat identificatie kunnen versnellen. Ook het chipnummer van de pups, iets wat de fokker zou moeten hebben, zou dat duidelijk maken. Immers, een stamboomhond heeft indien in Nederland geboren een herkenbaar chipnummer.

Besmetting

Ook kan er niets gezegd worden over de kennel waar de besmetting is uitgebroken. “Dat is wettelijk niet toegestaan. We informeren daarom in ieder geval ook dierenartsen, zodat zij de symptomen van Brucellose canis herkennen.” Aldus de NVWA.   Volgens deze organisatie is het besmettingsgevaar ook bij hond-hond-contact klein. “De bacterie verspreidt zich onder honden voornamelijk via de voortplanting / het fokken van honden. De honden waar het nu om gaat zijn via het fokken besmet geraakt. Mensen die een pup van die kennel hebben afgenomen worden zoveel mogelijk getraceerd en hen wordt geadviseerd met deze hond niet te fokken.”  De overdrachtskans bij fokken is inderdaad groot, maar, zo schrijft de WUR gisteren nog op de website “De bacterie kan ook in de urine worden uitgescheiden en in lage aantallen in het speeksel, neus- en ooguitvloeiing en in de ontlasting. (…)Contact van oronasale en conjunctivale slijmvliezen met de bacterie, via direct contact met besmette dieren of gecontamineerde materialen, kan ook leiden tot een besmetting.” Met andere woorden, als de pups besmet zijn is er nog altijd besmettingsgevaar, als is het risico lager dan bij direct fokken (iets wat je met een ca. 6 maanden oude hond nog niet doet).

De bacterie kan ook in de urine worden uitgescheiden en in lage aantallen in het speeksel, neus- en ooguitvloeiing en in de ontlasting

Spijtig is dat iedereen, vooral op internet, al denkt te weten hoe het zit. Vooralsnog weet niemand behalve de fokker of de hond uit Rusland legaal of illegaal geïmporteerd is. En dan nog, ook bij legale import, zo moge duidelijk zijn, is de kans op vroegtijdige ontdekking van de B.Canisbacterie klein. Echte goede en verplichte testen op alle importhonden zou minimaal noodzakelijk zijn om dat te kunnen regelen. Echter, controle aan de grenzen, of dat nu EU-grenzen of de buitengrenzen van het Schengengebied zijn, is minimaal. Met 12.000 (of meer)  honden die jaarlijks uit het Oostblok komen door zowel zeer bonafide stichtingen als minder betrouwbare clubs wordt dit ook een behoorlijke opgave. En import verbieden kan gewoon niet, dat zou tot protesten leiden. Ondanks de adviezen van experts om honden toch vooral in het eigen land te helpen, willen te veel mensen de honden hier een nieuwe plek geven.

Broodfokker of niet

En uiteraard weet “iedereen” weer dat het een broodfokker is, terwijl er alleen over een professionele fokker wordt gesproken. Iedereen die fokt en dat met diploma en meldingsnummer doet, is “professioneel” fokker, want betaalt belasting. Wellicht als je je geld ermee verdient ben je volgens de strikte betekenis wel broodfokker, maar dit woord bewaren we normalerwijze toch voor de puppyfabrieken met vele tientallen pups per jaar. Daar lijkt in dit geval zeker geen sprake van te zijn, als de NVWA het heeft over “enkele nestjes per jaar”.   Wel lijkt de administratie bij deze fokker wat weinig op orde, gelet op het probleem om de pups te traceren.

Vooralsnog kunnen we concluderen dat ‘Den Haag’ wat traag heeft gereageerd op het adviesrapport, en nu niet consistent is in de voorlichting. Wellicht moet er inderdaad meer controle komen, en moet de import van allerlei honden aan scherpere regels onderworpen worden. Den Haag is daarin aan zet.

Onduidelijke communicatie

Dat er over de risico’s onduidelijk gecommuniceerd wordt, is ook duidelijk. Anderzijds weten zelfs experts nog niet hoe de overdracht precies verloopt, en hoeveel honden met B.Canis er nu rondlopen. Het risico kan er op die manier al jaren zijn, honden uit het Oostblok (daar komt de ziekte toch primair vandaan) zijn er al jaren, dus deze bacterie misschien ook.  Of je nu enthousiast bent over buitenlandse importhonden (zowel zwerfhonden als rashonden ter verbetering van bloedlijnen, want let op, niet elke Oost Europese hond is direct een zwerfhond, er zitten goede fokkers van bepaalde rassen in vooral Rusland), goede controle aan de grens, ook van honden uit andere (risico)landen, kan ons alleen maar beter beschermen.

Paniek over deze uitbraak van Brucellose is niet nodig, het is goed dat er nu in ieder geval aandacht voor is. En aandacht voor de risico’s van ondoordacht en onvoorzichtig importeren. Dierenartsen zullen er de komende tijd zeker extra alert op zijn.  Eind dit jaar worden de onderzoeksresultaten van het prevalentieonderzoek verwacht.

bron

Kamerbrief Brucellose met bijlagen 2018

Brucella canis bij enkele honden in Nederland (WUR Mei 2019)