• Hoger beroep: NVWA hoefde niet handhavend op te treden bij Boerboelfokker
Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Hoger beroep: NVWA hoefde niet handhavend op te treden bij Boerboelfokker

Mon, 07/23/2018 - 14:59

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had gelijk toen ze een Boerboel-fokker een schriftelijke waarschuwing gaven, maar geen verdere handhavingsmaatregelen oplegden, zoals bestuursdwang. Dat zegt de rechter in Hoger Beroep in de zaak die Stichting Dier en Recht tegen de Minister had aangespannen.

Waar gaat het om. In juni 2015 verzoekt Dier en Recht om handhavend op te treden tegen een Boerboel-fokker. Deze zou – volgens Dier & Recht- wolfsklauwtjes amputeren bij pups, met honden fokken die het epilepsie-gen dragen, fokken met ouderdieren die al eerder nesten hebben gekregen uit die combinatie met erfelijke afwijkingen, en honden binnen één jaar twee keer laten dekken. De fokker zou ook onterecht Kunstmatige Inseminatie hebben toegepast. Ook, zo stelt Dier en Recht, zou het fokbeleid van Boerboel International niet deugen.

De NVWA gaat inderdaad controleren, en geeft vervolgens een schriftelijke waarschuwing. Er is inderdaad eenmalig gefokt met een teef binnen de periode van één jaar. Ook constateert de NVWA dat er in een incidenteel geval een dekking heeft plaatsgevonden waarbij er onvoldoende is gekeken of er sprake was van een kans op het doorgeven van het epilepsie-gen. Omdat het beide incidentele overtredingen zijn, vond de NVWa het voldoende om een schriftelijke waarschuwing te geven. Maar Dier en Recht wilde meer, en ging daarom in beroep om handhaving af te dwingen bij de gestelde fokker (die als derde partij aanwezig was bij de rechtszaak).

Het College voor Beroep voor het Bedrijfsleven, waar de zaak dient, stelt Dier & Recht echter in het ongelijk. Uit het inspectierapport van de NVWA blijkt namelijk niet dat er wolfsklauwtjes of staarten geamputeerd zijn. Ook is er niet gefokt met dieren die erfelijk te verwant zijn, maar netjes volgens het Kynologisch Reglement, en ook de inteelt coëfficiënt, die de fokker bijhield, blijkt niet ongewoon. “Hoewel dit een minimum standaard is, en individuele rasverenigingen andere voorwaarden kunnen stellen, worden de regels van de Raad van Beheer beschouwd als de minimum norm. In dit geval is deze norm niet overschreden.”

De NVWA constateert ook dat de fokker geen honden heeft gefokt die epilepsie hebben, maar wijst er wel op dat testen zinvol is omdat het gen mogelijk verder verspreid is in het ras en dragers geen ziekteverschijnselen hebben. Dat de fokker niet routinematig op Patella luxatie test kan, de ziekte is namelijk bij de honden van deze fokker helemaal niet vastgesteld. “De fokkers testen al hun fokdieren routinematig voor heup- en elleboogdysplasie, ooglidafwijkingen, vaginahyperplasie en cryptorchidie. Dit is een vereiste van hun rasvereniging om pups die gefokt worden te mogen registreren. Zij testen incidenteel voor epilepsie, knikstaart, en patella luxatie.”


 

Lees ook: Reclame Stamboomhond niet misleidend, Dier en Recht vecht door


Maar toch wilde dier en Recht dat er handhavend zou worden opgetreden, en vond de schriftelijke waarschuwing niet genoeg. Dus werd bezwaar aangetekend bij de NVWA. “Nee”, zei deze, we hebben genoeg gedaan. “Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Verweerder heeft aan deze beslissing ten grondslag gelegd dat naar aanleiding van de geconstateerde overtredingen conform het interventiebeleid is gehandeld en dat geen aanleiding bestond voor verdergaand handhavend optreden dan de gegeven waarschuwing.”

Het College bevestigd die mening van de NVWA dus nu ook in Hoger Beroep. Dier en Recht heeft volgens het college onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de fokker zou sjoemelen met inteelberekenings-software, dat het fokken met ouderdieren waaruit al eerder pups met een genetische afwijking zouden zijn voorgekomen onduidelijk maakt welke afwijking, en de honden ook niet worden aangeduid.” 14 januari 2017 pups zijn geboren uit een combinatie van reu [naam 8] en teef [naam 6] , terwijl uit deze oudercombinatie eerder nakomelingen met erfelijke problemen zijn voortgekomen, maar appellante heeft niet geconcretiseerd om welke nakomelingen uit deze combinatie het hierbij gaat en evenmin welke erfelijke problemen zij hadden. Naar het oordeel van het College heeft verweerder dan ook niet kunnen vaststellen dat sprake is van een overtreding, zodat geen grondslag bestond voor het uitoefenen van de handhavingsbevoegdheid.” En dus is de keuze om niet handhavend op te treden, dus geen last onder bestuursdwang op te leggen, de juiste keuze geweest. Voor wat betreft de Patella luxatie concludeert het college dat “Appellante heeft naar het oordeel van het College onvoldoende concreet gemaakt waarom juist de wijze waarop [naam 3] fokt met boerboelhonden ten aanzien van het risico op patella luxatie strijdig is met hetgeen is bepaald in artikel 3.4, tweede lid, van het Bhd. Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een overtreding louter omdat de honden niet standaard op de aandoening patella luxatie worden getest.”

En dat een hond inderdaad eenmaal gedekt is met kunstmatige inseminatie vindt het College ook goed, aangezien de te dekken teef destijds inderdaad gewond was (spierverrekking) waardoor een natuurlijke dekking op dat moment wellicht te belastend zou zijn geweest.

Bij de foto: stockfoto via pixabay

bron

Uitspraak