• Hond krijgt donornier van eigen pup

Hond krijgt donornier van eigen pup

Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Hond krijgt donornier van eigen pup

ma, 11/12/2018 - 13:03

Amerika is op dit moment in de ban van hond Star. De reden: de hond onderging een niertransplantatie waarbij de nier van een van haar eigen pups de donornier was. Omdat honden, net als mensen, twee nieren hebben, kon de pup een nier afstaan.  Eind vorige week werd de operatie gedaan, en volgens de artsen met succes, beide honden zijn inmiddels weer thuis en herstellen goed. Het bloed van moeder Star zou weer normaal zijn. De pup was overigens al wat ouder, dus geen heel jonge pup.

Chronisch nierfalen is vrijwel zeker  het einde voor een hond. Na het constateren zou de levensverwachting bij honden nog ca. negen maanden zijn. Anders als bij acuut nierfalen, waar in een aantal gevallen herstel wel mogelijk is, is dat bij chronisch nierfalen zo goed als onmogelijk. Tenzij je dus een transplantatie doet…  of niet?  Waarom wordt het hier –even los van het vinden van een donor- dan niet gedaan?

Niertransplantatie bij honden is niets nieuws. In 1964 werd het al uitgebreid wetenschappelijk beschreven, omwille van medische opleidingen wordt het al sinds de vroege 20ste eeuw uitgevoerd, en in de VS is het weliswaar geen “common practice” maar wordt de operatie vaker verricht.  In Europa waagt men er zich nauwelijks aan. Waarom niet?

Vooral omdat honden op transplantaties, zeker niertransplantaties, heel slecht reageren. Het immuunsysteem van honden zit anders in elkaar dan dat van mensen (en zelfs van katten, waarbij niertransplantaties wel vaak succesvol zijn). Nieuwe nieren worden door honden –zelfs van verwante donoren- vaak afgestoten.  De Auburn-methode beloofde in 2004 een doorbraak, omdat er naast de nieren ook beenmerg werd  getransplanteerd en zo nieren van niet-verwante honden wel aan zouden slaan, toch lees je er na berichten over de “doorbraak” weinig over, en is zelfs in de VS de niertransplantatie nog altijd geen veel voorkomende operatie, er zij ook daar maar een beperkt aantal veterinaire praktijken die de operatie uitvoeren.  Verder, bij honden treden vaak complicaties op. Bloedklontering (trombose), infecties…  En gaat dat allemaal goed, zal de hond toch in veruit alle gevallen levenslang op immunosuppressieve medicatie moeten staan. Oftewel, immuunreacties, afstootreacties, moeten worden tegengegaan. Niet alleen is dat enorm kostbaar (duizenden euro’s per jaar), de hond heeft verder ook geen enkele weerstand meer en een simpel hoestje zou hem ook fataal kunnen worden.  Naast de enorm dure operatie dus ook nog eens een zware financiële dobber voor de eigenaar, al zullen sommige mensen het zeker voor hun hond overhebben. Maar behalve overhebben, moet je het bedrag ook hebben.


 


Veel succes hebben de operaties overigens niet. Uit onderzoek in 2012 bleek de gemiddelde levensduur na de operatie maar 24 dagen (!) te zijn. Bij 26 onderzochte honen (niet heel veel, maar er worden ook erg weinig van dit soort operaties uitgevoerd) overleefde slechts 1op de 3 honden de eerste 100 dagen na de operatie.  Toegegeven, één hond bleef na de operatie nog ruim 4000 dagen leven, 11 jaar dus!  Doodsoorzaken waren trombose (8 honden), infecties (6 honden) en afstoting (1 hond).  De enige significante voorspelling die de onderzoekers konden doen was dat jonge honden die een transplantatie kregen een grotere kans hadden om langer te blijven leven.

De kans dat niertransplantatie daarom op korte termijn voor honden algemeen beschikbaar gaat komen is klein, zelfs in de VS stoppen steeds meer praktijken met deze operatietechniek.  In Engeland, waar in 2003 de niertransplantatie voor katten werd toegestaan, is men er in 2013, vooral om ethische redenen, mee gestopt (in de VS komt het nog regelmatig voor).

Hond Star blijft dus voorlopig nog even een uitzondering, we hopen natuurlijk dat zij ook de 11 jaar gaat halen.