• De hond wijst het duidelijk aan...

De hond wijst het duidelijk aan...

Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

De hond wijst het duidelijk aan...

ma, 05/21/2018 - 13:22

“Referentiële bewegingen” worden door een seiner gebruikt om de aandacht van een ontvanger te vestigen op een specifiek object, individu of gebeurtenis in de directe omgeving. Zeg maar wijzen, met je hoofd knikken en meer.

Deze gebaren hebben veel aandacht gekregen van het onderzoek in verband met menselijke en niet-menselijke primaten, vooral de mensapen,  waarvan wordt aangetoond dat ze indrukwekkende gebarenrepertoires bezitten. Gewone huishonden (Canis familiaris) blijke, als niet-mensachtigen, ook over een behoorlijk arsenaal aan dit soort bewegingen te beschikken. Met andere woorden, je hond kan je door gebaren heel goed duidelijk maken wat hij bedoeld. In een nieuw onderzoek werden 37 honden, gewoon in hun thuisomgeving, geobserveerd en gefilmd. De onderzoekers hebben die opnamen geanalyseerd en vonden  bewijs van 19 van dit soort gebaren, uitgevoerd door honden tijdens alledaagse communicatieve momenten met mensen, waaruit blijkt dat de gebaren kloppen met de vijf kenmerken van referentiële signalering. Bijzonder is ook dat het om gebaren tussen verschillende soorten, mens en hond, gaat.

Allereerst de vijf kenmerken. Zo moeten betrekking hebben op een object, of op een speciaal stuk van het eigen lichaam. Daarnaast moeten ze gericht zijn op een speciale ontvanger, dus echt op een mens gericht in dit geval. De gebaren moeten ook een vrijwillige reactie oproepen bij de ontvanger. En de gebaren moeten verder geen mechanisch effect hebben, dus de gebaren zelf hebben geen effect op het object (het happen naar een koekje heeft dat wel). Tot slot, de gebaren moeten bewust gemaakt worden met de bedoeling dat er ook iets gebeurt, dat er een beloning volgt zeg maar.

Alle 37 honden hadden een behoorlijk repertoire. De gebaren voor “aai me/krab me” waren het meest divers, van omrollen tot iemand met de neus duwen, de voorpoten optillen of een poot op de ontvanger leggen. Maar ook voor “geef me eten”, ”open de deur” en “pak mijn bot/speeltje” bleken de honden een arsenaal aan gebaren te gebruiken (zie tabellen).

 

Het onderzoek  zorgt voor bewijs dat honden inderdaad dit soort gebaren maken  tijdens alledaagse communicatie met de mens.  Gebaren werden op een referentiële manier uitgevoerd, waarbij de aandacht van de ontvanger getrokken werd naar een item dat van interesse was voor de seiner, de hond dus. Ook laten de resultaten zien dat mensen op deze signalen reageerden op een manier die de hond tevreden stelde.  Kaminski et al. (2011) toonde al aan dat honden vaker naar een object zullen gaan wanneer het iets van duidelijk belang voor hen is.

Ook werd opvallend vaak gezien dat honden met hun hoofd wezen. Eerst naar het object, dan naar de ontvanger, en dan weer naar het object. Dit is een van de meest voorkomende non-verbale aandachtsgebaren, en wordt ook veel gezien bij heel kleine kinderen en mensapen. Gebaren bij honden waren overigens onafhankelijk van sexe, formaat of ras.

 

De prevalentie van referentiële communicatie bij honden suggereert dat het vermogen niet zo zeldzaam is als eerder werd gedacht (Veà en Sabater-Pi 1998) maar dat het een veel voorkomend aspect zou kunnen zijn van hond-mens communicatie. Honden kunnen onze gebaren tenslotte ook interpreteren en met gemak begrijpen. Dit onderzoek laat zien dat het ook omgekeerd blijkbaar het geval is. Vanaf de leeftijd van 5 weken kijken puppy's meer naar mensen dan soortgenoten (Gácsi et al. 2005) iets wat aangeeft dat het vermogen om met mensen te communiceren al op zeer jonge leeftijd  tevoorschijn komt. Dit suggereert dat het domesticatieproces kan hebben geleid tot een verandering in de communicatiespecifieke capaciteiten van zowel mensen als honden.

Volgens de onderzoekers zijn er waarschijnlijk nog veel meer van dit soort gebaren bij honden, maar de beperkte scope, 37 honden, liet nu niet meer zien.

Overigens, zo voegen de onderzoekers toe, hebben honden en primaten een gemeenschappelijke voorouder (ca. 100 miljoen jaar geleden). Dat zou mogelijk een verklaring kunnen zijn waarom we bij honden nog zoveel gebaren en mogelijkheden aantreffen.

bron

Cross-species referential signalling events in domestic dogs (Canis familiaris)