• Als kat en hond; is gedrag naar katten voorspelbaar?
Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Als kat en hond; is gedrag naar katten voorspelbaar?

mar, 01/24/2017 - 15:29

Als kat en hond...   Meestal een uitspraak die beweert dat er doorlopend een flinke ruzie is. Katten en honden gaan immers niet met elkaar? Veel honden- en katteneigenaren weten wel beter, kat en hond kunnen prima goede maatjes zijn, en katten die in het huis van de honden leven worden vaak gezien als onderdeel van de roedel. Katten buiten daarentegen kunnen dan alsnog prooi zijn.

Voor asielhonden is het meestal een speciale vermelding op de gedragslijst. Kan wel/niet met honden. Tenslotte wil je geen hond in huis die vervolgens Minoes naar het leven staat.  Voor herhuisvestingshondjes is het meestal bij de oorspronkelijke eigenaren na te vragen, voor zwervers wordt dat een stuk lastiger. Een gevalideerde "kan-de-hond-met kat-test"is er niet.  Terwijl de nieuwe eigenaar juist dat wil weten.

Asiels zijn er daarom bijna toe veroordeeld om veel honden mee te nemen langs de kattenverblijven. Hoe reageren de honden daarop. Niet leuk voor de hond, maar zeker de katten zitten ook niet op dergelijk bezoek te wachten. En ja, is die gestreste hond in het asiel wel dezelfde hond als diegene die je mee naar huis neemt?

Een nieuw onderzoek door Dr. Christy Hoffman (Canisius College)  probeert te achterhalen hoe een kat-vriendelijkheidsassessment eruit zou kunnen zien. Ze testten honden met een realistisch uitziende speelgoedkat, opnames van kattengeluiden en de geur van kattenurine.

Christy Hoffman vertelt daarover tegen Companion Animal Psychology  "We hadden een aantal leuke uitkomsten. Een van de honden bijvoorbeeld snoof veel vaker aan het controle object (een gevulde kussensloop) als het rook naar kattenurine dan wanneer het dat niet deed; echter, wanneer onze kat-achtige pop rook naar kattenurine, besteden de honden daar geen extra tijd aan. Blijkbaar is het "Als het eruit ziet als een kat en ruikt als een kat, so what? Als het er niet uitziet  als een kat, maar ruikt naar een poezebeest, dan is dat  interessant! "De speelgoedkat werd dus echt als kat gezien, en dat was best spannend..."

De andere belangrijke bevinding was dat honden die een geschiedenis hadden van aanvallen op katten of andere kleine dieren aanzienlijk meer tijd bedsteden om zich te oriënteren op kattengeluiden, dan honden die niet eerder aanvalsgedrag hadden getoond. Tot nu toe is het onderzoek nog niet zo ver dat er daadwerkelijk een protocol of test uitkomt die hond-en-kat gedrg kan voorspellen, maar de resultaten zijn bemoedigend.

69 honden van diverse rassen en gemengde rassen namen deel aan de studie, die in een lab bij het Canisius College plaatsvond. 54 Van deze honden hadden eerder het leven gedeeld met een kat.  

De studie maakt onderscheid tussen visuele, auditieve en olfactorische (geur) informatie. De visuele prikkel kat was een geanimeerde pop van een Perzische kat vervaardigd door speelgoedfabrikant Hasbro. Een controle visuele stimulus werd gemaakt door  ogen op een kussensloop te naaien en deze op een  gemotoriseerde bal te plaatsen, iets wat dus visueel in de verste verte niet op een kat leek.

De auditieve stimulus was een opname van mauwen, met een paar kattengroms erbij. De controlestimulus  was het geluid van vallend geld. De helft van de honden nam deel aan het olfactorische onderzoek waarbij een van de items naar kattenurine rook, het andere item rook nergens naar. Vervolgens werden videobeelden gemaakt van de honden in de drie situaties, en deze werden geanalyseerd op waar te nemen gedrag.

Daaruit bleek dat de honden dezelfde hoeveelheid tijd doorbrachten met de kattepop, of deze nu bewoog of niet. Als de kussensloop-bal bewoog, vonden de honden die interessanter dan een stilliggende kussensloop Honden brachten meer tijd door met het zich oriënteren op het kattengemauw dan op het geld-geluid, ook duurde de oriëntatie op het geluid langer dan de oriëntatie op de visuele kat, de speelgoedkat dus. Met andere woorden, ze waren meer geïnteresseerd in het geluid dan in de "kat" zelf. Rook een object naar urine, was dat ook spannender voor de honden. De kattenpop werd ook echt als kat gezien. Eerdere ervaringen in huis met katten bleek geen verschil te maken in de mate van aandacht. Alleen eerdere aanvallen op katten bleek wel van invloed, deze bleven zich langer op geluiden van een kat focussen dan de andere honden. Voor visuele impressies of geuren was geen verschil.

Volgens de onderzoekers is het nu zaak zich vooral, bij het opstellen van een test, zich op geluidsaandacht te richten, al zijn er mogelijk nog verbeteringen te bereiken met andere dan urinegeuren.  Meer onderzoek is nog nodig, maar de eerste stappen zijn er.

bron

Companion Animal Psychology